Wal's Genealogie
Aantekeningen
Treffers 1,701 t/m 1,750 van 6,574
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1701 | In het jaar een duizend acht honderd zeven en zestig, den vijfentwintigsten dag der maand april is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Engelbertus Beckers, oud vierenderig jaren, opzigter in het werkhuis, wonende te Dockum, welke ons verklaarde, dat op den tweeentwintigsten dezer maand, des middags ten twaalf ure te Dockum een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren uit Anna Cornelia Kienstra oud achtentwintig jaren, zonder beroep, wonende alhier, zijne echtgenote, aan hetwelk hij verklaarde de voornamen te geven van Catharina Johanna. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Pier Baensma, oud zevenendertig jaren, arbeider, en Theodorus Blumers, oud vierenveertig jaren, wever, beide wonende te Dockum. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt, welke, nadat dezelve was voorgelezen, door ons en den comparant, benevens de getuigen is ondertekend. Akte 40 | Beckers, Catharina Johanna (I541)
|
1702 | In het jaar een duizend acht honderd zeven en zeventig, den eersten der maand februari des voormiddags ten elf uur, zijn voor ons Marinus Johannes Burgersdijk Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Katwijk, in het huis der Gemeente gecompareerd: Johannis Grimbergen, oud dertig jaren, smid, wonende te Rhijnsburg, aldaar geboren den twee en twintigsten december achttienhonderd zes en veertig, blijkens overgelegde acte, meerderjarige zoon van Hendrik Grimbergen en van Elisabeth van Schie, beiden overleden. en Geertruida van Leeuwen, oud zeven en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Katwijk, geboren te Valkenburg, den derden mei achttienhonderd negen en veertig, meerderjarige dochter van Willem van Leeuwen en van Johanna Thijssen, beiden overleden, een en ander blijkens overgelegde acten. En verzochten de Comparanten het door hen voorgenomen Huwelijk te voltrekken, waarvan de vereischte afkondigingen zijn gedaan te Katwijk en Rhijnsburg, gelijkelijk, den een en twintigsten en acht en twintigsten januari dezes jaars, nadat de bruidegom bevorens had overgelegd bewijs van voldoening aan de Nationale Militie. Geene verhindering tegen gemeld huwelijk ter onzer kennis gekomen zijnde, hebben wij de aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander tot man en vrouw willen nemen, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, waarop door ieder van hun afzonderlijk, in tegenwoordigheid der getuigen, een toestemmend antwoords gegeven zijnde, verklaren wij, in naam der Wet, dat Johannis Grimbergen en Geertruida van Leeuwen, voornoemd door den echt zijn verbonden. Waarvan deze akte opgemaakt in tegenwoordigheid van Matthijs Grimbergen, oud zes en dertig jaren, smid, broeder van den bruidegom, Pieter Cornalis de Smit, oud drie en twintig jaren, winkelier, Frederik Meijer, oud twee en zestig jaren, landbouwer en Anthonie van Ekert, oud acht en zestig jaren, zonder beroep, wonende in deze gemeente als getuigen, welke benevens der bruidegom, de bruid en ons na voorlezing deze acte hebben geteekend. Akte 3 | Gezin: Johannis Grimbergen / Geertruida van Leeuwen (F489)
|
1703 | In het jaar een duizend acht honderd zeven en zeventig, den twaalfden der maand october, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Rhijnsburg, gecompareerd: Matthijs Grimbergen oud zeven en dertig jaren, van beroep smid, wonende in deze gemeente, welke verklaard heeft, dat Gijsbertha Juffermans, zijne huisvrouw, zonder beroep, alhier in het huis nommer vier en dertig op den elfden der maand october dezes jaars, des morgens ten zeven ure, is bevallen van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Catharina Maria. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Johannes Grimbergen, oud dertig jaren, van beroep smid en van Hendricus Grimbergen, oud vijf en twintig jaren, van beroep smid, wonende beide alhier En is deze akte van geboorte na gedane voorlezing door ons den aangever en de getuigen geteekend. Akte 89 | Grimbergen, Catharina Maria (I1143)
|
1704 | In het jaar een duizend acht honderd zeven en zeventig, den vijftienden der maand januarij is voor ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest verschenen: Theodorus Lubbe oud negen en twintig jaren, van beroep bloemkweker wonende alhier welke ons verklaard heeft, dat Johanna Jacoba Nijssen, zijne huisvrouw zonder beroep, alhier in wijk een nummer acht en veertig op den veertienden der maand januarij dezes jaars des morgens ten half vijf ure, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij geeft de voornamen van Gerardus Johannes. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Gerardus Zeestraten oud acht en dertig jaren, van beroep bloemkweker en van Anthonie Petrus van den Burg oud dertig jaren van beroep wegwerker wonende beiden alhier En is deze akte van geboorte, na gedane voorlezing door den aangever en de beide getuigen met ons onderteekend. Akte 5 | Lubbe, Gerardus Johannes (I1147)
|
1705 | In het jaar een duizend acht honderd zeven en zeventig, den zevenden dag der maand augustus, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, provincie Friesland, gecompareerd: Engelbertus Beckers, oud vijf en veertig jaren, van beroep opzigter in het werkhuis wonende te Dockum, welke ons verklaarde, dat op den zesden dag dezer maand augustus, des namiddags ten half en ure, alhier, een kind van het mannelijk geslacht is geboren uit hen aangever en zijne echtgenoot Anna Cornelia Kienstra, zonder beroep, mede te Dockum woonachtig, aan welk kind hij verklaarde de voornamen te geven van Johannes Wolterius. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Sjabbe Erich oud vier en dertig jaren, van beroep timmerman, en Lammert Frankema oud vier en dertig jaren, van beroep secretariebeambte, beide wonende te Dockum. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, welke, na voorlezing, door ons, den aangever en de getuigen is geteekend Akte 101 | Beckers, Johannes Wolterus (I547)
|
1706 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenendertig, den drieentwintigsten der maand Januarij des voormiddags ten negen ure zijn voor ons, Jonkheer ........ Grietman, Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Haskerland, Provincie Vriesland, gecompareerd: Gerardus Lodewijks de Vries, oud acht en dertig jaren, kappersknecht, en Pier Andries de Jong, oud zes en twintig jaren, ..... , geburen der overledene te Joure, welke ons verklaard hebben dat Gerke Aukes Vogelvanger, oud negenendertig jaren, arbeider, geboren en wonende te Joure, gehuwd met Ytje Durks Knoop, zonder bedrijf aldaar, zoon van Auke Gerkes Vogelvanger, lantaarnopsteker te Joure en van Akke Baukes Zwart, overleden op den eenentwintigsten der maand Januarij des morgens ten negen ure in het huis met nummer een honderd zesendertig te Joure is overleden; en hebben wij deze Acte aan de Declaranten voorgelezen en met dezelve onderteekend. Blad 2 achterzijde | Vogelvanger, Gerke Aukes (I1295)
|
1707 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenendertig, den tweeden der maand Mei des voormiddags ten negen uren, is voor ons Jan Minnes Minnema, Assessor der Grietenij Dantumadeel, provincie vriesland, aan den welken de Grietman bij besluit van den eenendertigsten december achttienhonderd vierendertig heeft opgedragen de functien van officier van den Burgerlijken Stand, gecompareerd: Nicolaas Jozefs Becker, oud zes en veertig jaren, linnenwever woonachtig te Driesum welke ons heeft voorgesteld een kind van het manlijke geslacht, geboren te Driesum op zondag den dertigsten der jongstleden maand April, des namiddags ten half drie ure uit hem comparant en uit deszelfs huisvrouw Juliana Vollenbroek, oud veertig jaren, zonder beroep aldaar, welk kind de comparant verklaarde te noemen Gerhardus Hermanus. Bovengemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Teake Reins Beerda, oud zesenzestig jaren, schoolonderwijzer te Driesum, en Sipke Baarsma, oud achtentwintig jaren, klerk ter secretarie dezer Grietenij, woonachtig te Rinsumageest. En hebben de getuigen deze acte van geboorte, na gedane voorlezing benevens ons onderteekend en de comparant heeft verklaard niet te kunnen schrijven als zulks niet geleerd hebbende. Pagina 39 | Becker, Gerhardus Hermanus (I2858)
|
1708 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenendertig, den vierden der maand september des nademiddags ten drie uren, is voor ons Willem Roelof van der Weide Burgemeester Officier van den burgerlijken stand der Stad Dockum, provincie Friesland, gecompareerd: Johannes Franciscus Kienstra oud zes en dertig jaren Winkelier en katoenverver alhier. Dewelke ons heeft verklaard, dat op den tweeden dag dezer maand, des nademiddags ten half elf uren alhier geboren is een kind van het vrouwelijk geslacht van hem comparant en zijne huisvrouwe Catharina Kortrijk oud vierendertig jaren, buiten beroep, alhier en aan welk kind hij declarant verklaart te geven de voornamen van Barbara Clara. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Douwe Uitterdijk oud acht en zestig jaren, ontvanger der plaatselijke belastingen alhier en Freerk Tuininga oud vijf en veertig jaren tuinier alhier En hebben de vader en de beide getuigen deze acte van geboorte nadat dezelve aan hen was voorgelezen, nevens ons geteekend. Pagina 46 | Kienstra, Barbara Clara (I1227)
|
1709 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenendertig, den vierentwintigsten der maand Mei des voordemiddags ten elf uren, zijn voor ons Jan Sijbens Sevenster, Assessor der Grietenij, aan den welken de Grietman bij besluit van den tweeden januarij een duizend acht honderd zevenendertig heeft opgedragen de functie van Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel, Provincie Vriesland, gecompareerd: Johannes Hijltjes Kortrijk, oud drie en twintig jaren, Arbeider, geboren te Menaldum, volgens geboorteextract hier annex sub A, wonende aldaar, meerderjarige zoon van Hijltje Gerbens Kortrijk, Arbeider en van Jetske Wijbes Bouma, echtelieden wonendete Menaldum, de vader hierbij tegenwoordig en deszelfs toestemming gevende, en Akke Aukes Postma, oud negen en twintig jaren, Naaister, geboren onder Warga, volgens doopextract hier annex sub B, wonende te Menaldum, meerderjarige dochter van Auke Lolkes, overleden, volgens acte hiervan annex sub C en van Antje Tjerks van der Meer, overleden, volgens acte hier annex sub D, gelijk ook hare grootouders volgens acte hier annex sub E. Welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen Huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van ons Grietenijhuis zijn geschied namelijk: de eerste op zondag den dertigsten April jongstleden, en de tweede op zondag den zesden Mei daaraanvolgende, telkens des voordemiddags ten elf uren. Geenen verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennisse zijnde gebragt, hebben wij aan hun verzoek voldoende na voorlezing van alle de vorengemelde stukken alsmede van het zesde hoofdstuk van den Titel van het Burgerlijk Wetboek, tot opschrift hebbende Van het Huwelijk, ieder der aanstaande echtgenoten afgevraagd of zij elkander wederkerig tot man en vrouw wilden nemen waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren wij in naam der Wet dat Johannes Hijltjes Kortrijk en Akke Aukes Postma door het Huwelijk verbonden zijn. En heeft de gehuwde vrouw verklaard dat haar wijlen moeder, Antje Tjerks van der Meer dezelfde persoon was welke in extract sub B alleen voor komt onder de namen van Antje van der Meer, voorts dat haar wijlen grootouders moederszijde Tjerk Stanzes van der Meer en Akke Watzes van der Zee dezelfde personen waren welke in de Acte sub E en in extract sub D voorkomen onder de namen van Tjerk Stanses van der Meer en Akke. Van hetwelk wij Acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hijltje Gerbens Kortrijk, oud twee en zestig jaren, Arbeider, vader van de gehuwde man, Wiebe Hijltjes Kortrijk, oud zes en twintig jaren, Arbeider, Broeder van de gehuwde man, Pieter Joukes Bouma, oud drie en dertig jaren, Boereknecht, en Meine Baukes van Dijk, oud vijf en twintig jaren, Arbeider, alle wonende te Menaldum, zijnde de twee laatstgenoemde getuigen niet vermaagschapt. En hebben de getuigen deze acte nadat ook die was voorgelezen nevens ons en de Contractanten ondertekend. | Gezin: Johannes Hyltjes Kortrijk / Akke Aukes Postma (F461)
|
1710 | In het jaar een duizend acht honderd zevenentwintig, den dertienden der maand october des voormiddags ten tien uren, is voor ons Grietman, officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Dantumadeel, Provincie Vriesland, gecompareerd Christiaan Schoffelmeer, oud acht en vijftig jaren, arbeider woonachtig te Zwaagwesteinde, welke ons heeft voorgesteld een kind van het mannelijk geslacht, geboren te Zwaagwesteinde op donderdag den elfden dezer maand october des voormiddags ten vier uren, uit hem comparant en uit deszelfs huisvrouw Jetske Taekes Schoffelmeer, oud eenenveertig jaren, welk kind de comparant verklaarde te noemen Jan. Bovengemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Wijtse Sjoerds Kloosterman, oud zesenvijftig jaren kramer woonachtig te Zwaagwesteinde, en Abraham Waslander ... oud tweeentwintig jaren klerk ter secretarie dezer Grietenij woonachtig te Rinsumageest. De comparant en laatste getuige hebben deze acte van geboorte na gedane voorlezing benevens ons geteekend en de eerste getuige verklaard niet te kunnen schrijven. Pagina 48 achterzijde | Schoffelmeer, Jan (I2855)
|
1711 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenentwintig, den negenden der maand meij des voormiddags ten tien uren, is voor ons Wethouder, officier van den Burgerlijken Stand der gemeente van Harlingen , Provincie Vriesland, gecompareerd: de heerPieter Feijtama Tjallinga, oud vijfendertig jaren, vroedmeester, wonende te Harlingen, welk ons een kind van het mannelijk geslacht heeft voorgesteld en verklaard dat Christina Pol, huisvrouw van Wijbe Hijlkes Overmeer, kramer, hebbende geen vaste woonplaats, zich thans ophoudende te Harlingen, op den agsten meij dezes jaars des namiddags om een uur is verlost van een zoon, aan welke hij verklaarde de voornaam van Matthijs te geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen, oud vijf en vijftig jaren, eerste commies en Bote Louwens Tuininga, oud zesenveertig jaren, tweede commies ter secretarie en wonende te Harlingen. En hebben Declarant en getuigen deze acte na dat dezelve was voorgelezen met ons ondertekend. Pagina 47 links | Overmeer, Matthijs (I1212)
|
1712 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenentwintig, den Tienden der maand februarij des voordemiddags ten elf uren, is voor ons Wethouder, Officier van den Burgerlijken Stand der gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland, gecompareerd Bernardus Visser, oud drieendertig Jaren, werkman, wonende te Harlingen, welke ons een kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld op den tienden Februarij dezes jaars, des nagts ten vier uuren, uit hem Declarant en Alida Gerbens Overmeer deszelfs huisvrouw geboren, verklarende aan hetzelve de voornaam van Jacobus te willen geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen, oud vierenvijftig Jaren, eerste Commis en Bote Louwrens Tuininga, oud zesenveertig Jaren, tweede Commis ter Secretarije en wonende te Harlingen; en hebben vader en getuigen deze acte na dat hun deze acte was voorgelezen benevens ons ondertekend. | Visser, Jacobus (I3919)
|
1713 | In het jaar een duizend acht honderd zevenentwintig, den tienden der maand februarij des voormiddags ten elf uren, is voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Dantumadeel, Provincie Friesland, gecompareerd Frans Weidig oud vijfentwintig jaren, linnenwever woonachtig te Driesum welke ons heeft voorgesteld een kind van het vrouwelijk geslacht, hetwelk de comparant verklaarde dat geboren was te Driesum op gisteren, vrijdag den negenden februarij des voormiddags ten vier uren, uit Nicolaas Joseph Becker, oud zes en dertig jaren, linnenwever woonachtig te Driesum, welke door ongesteldheid is belet geworden mede voor ons te compareren en uit deszelfs huisvrouw Juliana Engberts Vollenbroek oud dertig jaren, welk kind de comparant verklaarde dat genaamd zoude worden Aaltje Bovengemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Engelbert Joseph Hesling oud zevenendertig jaren, linnenwever en Abraham Waslander Nauta oud tweeentwintig jaren, klerk ter secretarie dezer grietenij beide woonachtig te Rinsumageest. De comparant en de getuigen hebben deze acte van geboorte na gedane voorlezing benevens ons onderteekend. Pagina 12 | Becker, Aaltje (I2861)
|
1714 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenentwintig, den zeventienden der maand April des voormiddags ten tien uren, zijn voor ons Grietman, Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente Kollummerland en Nieuw Kruisland Provincie Vriesland, gecompareerd Wesselius Meinderts Ganzevoort, oud zesendertig jaren, arbeider te Kollum, en Rinze Durks Tiggelaar, oud tweeëndertig jaren, kramer, wonende te Leeuwarden, welke ons verklaard hebben, dat Jacobus Visser oud drie jaren, zonder beroep te Dokkum, geboren te Balk, zoontje van Harmen Visser, kramer van beroep, en van Elisabeth Tiemens, echtelieden te Dokkum op den zestienden dag der maand April des avonds ten acht uren, te Kollum Wijk A in het Schip is overleden, en hebben de Declaranten deze Acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend exemt de tweeden getuige, welke op ons daartoe gedane aanvrage verklaarde niet te kunnen schrijven. Akte 53 | Visser, Jacobus (I1183)
|
1715 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenenveertig, den zesden dag der maand Mei zijn voor ons Neno Borhoven Vietor, Assessor, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel, Provincie Vriesland, gecompareerd: Feike Berends Ulpens oud zes en twintig jaren, geboren te Menaldum, van beroep Arbeider, wonende te Menaldum, meerderjarige zoon van Berend Bernardus Ulpens, Arbeider, wonende te Menaldum, en Sjoerdtje Feikes de Boer, overleden, en Aafke Hijltjes Kortrijk, oud negenentwintig jaren, geboren te Menaldum, van beroep Arbeidster, wonende te Menaldum, meerderjarige dochter van Hijltje Gerbens Kortrijk, Arbeider, en Jetske Wybes Bouma, echtelieden wonende te Menaldum. Welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen op Zondagen den vijf en twintigsten April en tweeden der maand Mei dezes jaars alhier zonder stuiting hebben plaats gehad. En hebben de Comparanten tot dat einde aan ons overgelegd: Ten eersten: hunne geboorteacten, ten tweeden: de doodacte van de moeder des Bruidegoms. De respectieve vaders hier tegenwoordig hebben ons verklaard in dit huwelijk toe te stemmen en heeft de vader der Bruid tevens verklaard dat de toestemming der moeder is gevraagd geweest. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, --- waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der Wet verklaard dat Feike Berends Ulpens en Aafke Hijltjes Kortrijk bovengenoemd door den echt aan elkander zijn verbonden. Van hetwelk wij Acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Bauke Hoogterp, oud drie en vijftig jaren, klerk ter Secretarie van Menaldumadeel, wonende te Menaldum, Pieter Ejus Wiersema, oud zes en dertig jaren, veldwachter, wonende te Marsum, Jarig Gerrits Winselaar, oud een en zestig jaren, veldwachter wonende te Berlikum, Sijmon Brouwer, oud zes en dertig jaren, veldwachter wonende te Dronrijp, zijnde de getuigen niet verwantschapt. Een hebben de getuigen deze Acte nadat ook die was voorgelezen nevens ons en de Contractanten onderteekend, hebbende de vader van de echtgenoot verklaard niet te kunnen onderteekenen. | Gezin: Feike Berends Ulpens / Aafke Hijltjes Kortrijk (F453)
|
1716 | In het jaar Een duizend acht honderd zevenenzestig, den tweeden der maand Januarij zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lemsterland, Provincie Friesland, gecompareerd: Nicolaas Koopmans de Jong, oudvierenveertig jaren, Zilversmid en Johan Herman Jacob Raap, veldwachter, oud drieendertig jaren, beide wonende te Lemmer welke ons verklaard hebben, dat Harmanus Visser Koopman, geboren te Groningen, wonende te Lemmer, zoon van Hermanus Visser, overleden en van Elisabeth Timans, zonder beroep, wonende te Dockum, echtgenoot van Antoonia Joshoria Wieselaar, zonder beroep, wonende te Lemmer in den ouderdom van tweeenvijftig jaren op de eersten der maand Januarij des morgen ten negen ure is overleden, en hebben wij de Akte aan de aangevers voorgelezen, welke na zulks met ons hebben onderteekend. Akte 1 | Visser, Harmannus (I3964)
|
1717 | In het jaar een duizend acht honderd zeventien den derden der maand augustus des voormiddags ten negen ure zijn voor ons Grietman, officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel Provincie Vriesland, gecompareerd: Hijltje Gerbens Kortrijk, oud een en dertig jaren schipper wonende te Menaldum, welke ons een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld, den eersten augustus, des morgens ten acht uren uit hem declarant en Jetske Wijbes Bouma dezelfs huisvrouw geboren en aan hetwelk hij verklaarde de voornaam van Aafke te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Arie Jan Post oud vierentwintig jaren kleermaker en van Egbert Klaasse Faber, oud drie en veertig jaren, arbeider, beiden wonende te Menaldum en heeft de vader en getuigen deze acte van geboorte na voorleezing met ons onderteekend. | Kortrijk, Aafke Hijltjes (I1614)
|
1718 | In het jaar Een duizend acht honderd zeventien, den veertienden der Maand Januarij zijn voor ons Predt Burgemeester, Officier van den Burgerlijken Stand der gemeente Harlingen provincie Vriesland gecompareerd Albertus Raschen, oud vier en vijftig jaar, Eerste Commis en Jacob van Slooten, oud een en vijftig jaar, Stadsbode, beide te Harlingen wonende welke ons verklaard hebben, dat Geertruida Visser oud negen weken, geboren en woonagtig te Harlingen, dogter van Marten Visser en Maria Nieuwenhuis op den dertienden der maand Januarij des morgens ten drie uren, in het huis D, nr 102 is overleden; en hebben de declaranten deze Acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons ondergeteekend. | Visser, Geertruida (I3985)
|
1719 | In het jaar een duizend acht honderd zeventien, op den zeven en twintigsten dag der maand october, des avonds ten zeven uuren, is voor ons Coenraad van Eijk, Schout, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat der gemeente van Voorschoten, Canton Katwijk, District 's Gravenhage, Provincie Zuid Holland, gecompareerd Cornelis Berg, oud negen en dertig jaren, bouwman van beroep, wonende in de gemeente van Voorschoten in het huis numero acht en veertig, welk ons een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld, op den zes en twintigsten dag der maand october, van den jare een duizend acht honderd en zeventien, des nachts ten een ure geboren, in het huis numero acht en veertig, uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Dirkje van Rijt aan hetwelk hij verklaard heeft de voornaam van Lena te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Nicolaas Immerzeel, bouwman van beroep, oud negen en zestig jaren en Willem Kranenberg, tuinman van beroep, oud veertig jaren, beiden geburen van den declarant en wonende in de gemeente van Voorschoten. Welke deze acte van geboorte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons hebben onderteekend, behalve Nicolaas Immerzeel, welke ons verklaard heeft niet te kunnen schrijven. Akte 27 | Berg, Lena (I1318)
|
1720 | In het jaar een duizend achthonderd achtenveertig den vierentwintigsten van de maand november is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Rijnsburg verschenen: Hendrik Grimbergen, oud negenendertig jaren van beroep smid wonende in deze Gemeente, welke ons heeft verklaard dat op den drieentwintigsten van de maand november dezes jaars des voormiddags ten tien ure in deze Gemeente is geboren een kind van het mannelijk geslacht van hem declarant en van Elisabeth van Schie deszelfs huisvrouw welk kind zal genaamd worden Gerardus. Deze verklaring is gedaan in tegenwoordigheid van Gerrit Bogaards oud achtentwintig jaren van beroep landbouwer en van Marinus Heemskerk oud vijfentwintig jaren van beroep landbouwer, beiden mede in deze Gemeente woonachtig. En hebben de comparanten deze acte na gedane voorlezing benevens ons onderteekend. Akte 83 | Grimbergen, Gerardus (I1054)
|
1721 | In het jaar een duizend achthonderd een en twintig op den een en dertigsten dag der maand januarij, des avonds ten zes ure, is voor ons Coenraad van Eijk, Schout, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Voorschoten, Kanton Katwijk, District 's Gravenhage, Provincie Zuit Holland, gecompareerd Cornelis Berg, oud een en veertig jaren, bouwman, wonende in de Gemeente van Voorschoten in het huis numero negen en veertig. Welke ons een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld op den dertigsten dag der maand januarij van den jare een duizend acht honderd een en twintig des namiddags ten twee ure, geboren in het Huis numero negen en veertig, uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Dirkje van Rijt, aan hetwelk hij verklaard heeft de voornaam van Cornelia te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Willem Kranenberg, oud vier en veertig jaren, tuinman, en Gijsbertus van Beurden, oud acht en dertig jaren, wagenmaker, beide geburen van den declarant en wonende in de Gemeente van Voorschoten. Welke deze acte van Geboorte, nadat hun dezelve was voorgelezeg, nevens hjebben onderteekend. Akte 8 | Berg, Cornelia (I1321)
|
1722 | In het jaar Een duizend achthonderd een en vijftig, den negenden dag der maand Maart zijn voor ons Jan Pieter Helder, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Albertus Rouing, oud dertig jaren, geboren te Dockum, Koopman en wonende aldaar, meerderjarige zoon van Henderikus Rouing, ook bekend onder de naam Henricus, Schoen en laarzenmaker en Geertruida Velt, echtelieden, wonende aldaar ter eene zijde en Fokeltje Visser oud acht en twintig jaren, geboren te Leeuwarden, buiten beroep, wonende te Dockum, meerderjarige dochter van Harmen Visser, Kramer en Elisabeth Timans, echtelieden, wonende aldaar, hierbij tegenwoordig en welke ons verklaard hebben tot dit huwelijk hunne toestemming te geven; ter andere zijde. Welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen Huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen op Zondagen den drieentwintigsten der vorige maand en tweeden deze maand, alhier voor de hoofddeur van het Stadshuis zonder stuiting hebben plaats gehad. En hebben de comparanten tot dat einde aan ons overgelegd: Ten eersten: Een geboorte-extract van den Bruidegom. Ten tweeden: Een certificaat ter voldoening aan de Nationale Militie. En ten derden: Een geboorte-extract van de Bruid. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkerig tot Echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken Staat verbonden zijn; waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat Albertus Rouing en Fokeltje Visser bovengenoemd door den echt aan elkander verbonden zijn. In tegenwoordigheid van Nanne Joustra, oud achtentwintig jaren, Stadsbode Johannes Schelwald, oud drie en zestig jaren en Johannes Veltkamp, oud vier en vijftig jaren,beiden politiedienaar en Harmanus Liezenberg, oud negen en dertig jaren, horlogie hersteller, allen wonende te Dockum, als ten dezen verzochte getuigen en zijnde geen bloed- of aanverwanten van de comparanten echtegenooten. En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte welke na voorlezing door de comparanten echtgenooten, en der bruids vader en de getuigen met ons onderteekend, verklarende de Moeder van de Bruid niet te kunnen teekenen als hebbende geen schrijven geleerd,nadat vooraf door den Bruidegom is verklaard dat de juiste voornaam van deszelfs Vader is Hendrikus. Pagina 3 | Gezin: Albertus Rouing / Fokeltje Visser (F629)
|
1723 | In het jaar een duizend achthonderd en dertien op den veertienden dag der maand december des avonds ten half vijf ure zijn voor ons Johan Petrus Pompe van Meerdervoort, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Voorschoten, kanton Katwijk, District van 's Gravenhage, Departement van den Monden Van de Maas, gecompareerd, Cornelis Berg, Bouwman van beroep, oud vijf en dertig jaren, wonende binnen de gemeente van Voorschoten, numero negenenveerig, vader van de overledene, en Nicolaas Immerseel, Bouwman van beroep, oud vier en zestig jaren, wonende in de gemeente van Voorschoten nummero achtenveertig, goede bekende en gebuur van den eerste declarant, welke ons verklaard hebben dat op den twaalfden dag der maand december van den jaare achttien honderd en dertien des morgens ten half acht uur ten huize van den eersten declarant Cornelis Berg numero negenenveertig Lena Berg, oud twee dagen gebooren in de gemeente van Voorschoten uit Cornelis Berg en Neeltje Leite echtelieden, overleden is en hebben de declaranten deze acte van overlijden, na dat hun dezelve was voorgelezen nevens ons onderteekend, behalve Nicolaas Immerseel, welke ons verklaard heeft niet te kunnen schrijven .... Akte 14-12-1813 | Berg, Lena (I1316)
|
1724 | In het jaar Een duizend achthonderd en een en vijftig, den Achttienden der maand Mei zijn voor ons Jan Pieters Helder, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Martinus Harmens Visser, oud een en dertig jaren, geboren te Harlingen, trekschipper, wonende te Dockum, Weduwnaar van Geertruida Woltring, meerderjarige zoon van Harmen Visser, Kramer en Elisabeth Timans, echtelieden, wonende aldaar, ter eene zijde en Maria Louise Pogmans, oud negenentwintig jaren, geboren te Dockum, Stroohoedenmaakster, wonende aldaar, meerderjarige dochter van Hermanus Hendricus Pogmans, ook bekend geweest onder de voornaam van Hendrik, overleden en van Anna Botes Muller, winkeliersche, wonende te Dockum, hierbij tegenwoordig dewelke ons verklaard heeft tot dit huwelijk hare toestemming te geven; ter andere zijde. Welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen op Zondagen den vierden en elfden dezer maand, alhier voor de hoofddeur van het Stadshuis zonder stuiting hebben plaats gehad . En hebben de Comparanten tot dat einde aan ons overlegd: Ten Eersten, Een geboorte-extract van den Bruidegom. Ten Tweeden: Een certificaat ter voldoening aan de Nationale Militie. Ten Derden: Een overlijdens-extract van des Bruidegoms vorigen echtgenoote. Ten Vierden: Een geboorte-extract van de Bruid. Ten Vijfden: Een overlijdens-extract van der Bruids Vader. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der Wet verklaard , dat Martinus Harmens Visser en Maria Louisa Pogmans bovengenoemd door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Nanne Joustra, oud acht en twintig jaren, Stadsbode, Johannes Schelwald, oud vier en zestig jaren en Johannes Veltkamp, oud vier en vijftig jaren, beide politie dienaars en Harmanus Liezenberg, oud negen en dertig jaren, horologie hersteller, allen wonende te Dockum, als ten dezen verzochte getuigen en zijnde geen bloed- of aanverwanten van de comparanten echtgenooten. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte welke na voorlezing door de comparante echtgenooten, der Bruids Moeder en de getuigen met ons is onderteekend, nadat vooraf door de Moeder van de Bruid is verklaard, dat haren echtgenoot, welke onder de verschillende voornamen van Hermanus Hendricus en Hendrik voorkomt in leven één en den zelfden persoon is geweest en ook zijne juiste voornamen zijn geweest Hermanus Hendricus. Akte 13 | Gezin: Martinus Visser / Maria Louisa Pogmans (F1501)
|
1725 | In het jaar Een duizend achthonderd en veertig, den negentienden der maand Februarij zijn voor ons ondergetekende Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Harlingen verscheenen Johannes Hanekamp, oud zes en zestig jaren, aansprekeren Simon Sjoerds Wijma, oud negen en twintig jaren, tweede Commis ter Secretarije, beide wonende te Harlingen,welke ons verklaard hebben, dat Geertruida Jans Dijkstra oud ruim negentien jaren zonder beroep geboren en wonende te Harlingen ongehuwd dochter van Jan Dijkstra overleden en van Yda Visser zonder beroep aldaar op den zeventienden der maand Februarij dezes jaars des avonds ten zes ure, in het huis staande in Wijk H nr.35 is overleden; en hebben wij deze Acte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve na zulks met ons hebben getekend. | Dijkstra, Geertruida Jans (I3939)
|
1726 | In het jaar een duizend achthonderd en zes en veertig, den veertienden der maand Maart voor ons Wethouder der Stad 's Hertogenbosch, beambte van den Burgerlijken Stand zijn verschenen Ter eenre: Harmannus Visser, van beroep winkelier in galanterie-goederen, Jongman, oud een endertig jaren, geboren te Groningen, Provincie van die naam, den negenden Mei achttienhonderd en veertien, wonende te Dockum, Provincie Vriesland, zoon van Harmen Visser, van beroep Wafelbakker, en van Elisabeth Timans, mede-wafelbakster, beide wonende te Dockum voornoemd. En ter andere zijde: Antonia Josephina Wiselaar, zonder beroep, jongedochter, oud ongeveer vijf entwintig jaren, geboren alhier den achttienden Maart achttienhonderd een en twintig, wonende binnen deze stad, dochter van Hendrik August Wiselaar, van beroep verver en glasenmakersknecht, en van Geertrui van Wesel, zonder beroep, beide wonende te dezer stede, welke Comparanten ons verzocht hebben tot de voltrekking van hunlieder voorgenomen huwelijk overtegaan, waarvan de twee afkondigingen in deze Gemeente, zonder stuiting zijn geschied overeenkomstig de Wet, op Zondagen van den eersten en achtsten dezer loopenden maand Maart tot welk einde zij aan ons hebben overlegd de stukken hierna genoemd, als voor eerst de verklaring waaruit blijkt, dat beide afkondigingen mede zonder stuiting hebben plaats gehad te Dockum op Zondagen van derzelven eersten en achtsten dezer maand Maart, ten tweeden de geboorte extract-acte van den Bruidegom, waarin zijnen geslachtsnaam geortagrapheerd voorkomt als Visscher, ten derden: het Certificaat zijner voldoening aan de wet op de Nationale Militie afgegeven door de Heer Hintsaard, Gouverneur der Provincie Vriesland n.a.v. dato tien Februarij laatstleden. ten vierden: de geboorteacte der Bruid. De Vader en Moeder der Bruid beide hier tegenwoordig hebben verklaard hunne ouderlijke toestemming te geven tot het voltrekken van het tegenwoordig huwelijk, voorts verklaarden de hierna genoemde getuigen de identiteit van de getoonde acte van den Bruidegom; waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen bevestigend beantwoord zijnde, hebben Wij in naam der Wet verklaard, dat zij door den Echt aan elkander verbonden zijn. Van al hetgeen wij Wethouder voornoemd, hebben opgemaakt de tegenwoordige Akte van Huwelijk in bijwezen van Antonius Beumers, van beroep Kramer oud zes en veertig jaren, Franciscus van de Poll, van beroep Kantoorbode, oud zes en veertig jaren, Franciscus Wagenes, van beroep Zadelmakersknecht, oud vier en dertig jaren, en van Henricus Joannes Oistermeijer, van beroep Schoenmakersknecht, oud acht en twintig jaren, getuigen te deze, geen nabestaanden van de verloofden, zeggende evenwel dezelve wel te kennen, wonende binnen deze Gemeente, en hebben de contracterende partijen en verdere comparanten, na gedane voorlezing, deze met en benevens ons geteekend, uitgezonderd de eerste en derde getuige verklarende niet te kunnen schrijven. Akte 21 | Gezin: Harmannus Visser / Antonia Josephina Wiselaar (F646)
|
1727 | In het jaar Een duizend achthonderd en zesenveertig, den Twaalfden der maand Julij zijn voor ons Willem Roelof van der Weide, Burgemeester, plaatsvervangend Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Martinus Harmens Visser, oud zesentwintig jaren, blijkens het hierbij overlegde geboorte extract sub.A, dewelke aan zijne verpligtingen tot den dienst der Nationale Militie heeft voldaan, blijkens certificaat afgegeven door de Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie op den drieentwintigsten Junij dezes jaars, hierbij overgelegd sub B, koopman van beroep, geboren te Harlingen en wonende te Dockum, meerderjarige zoon van Harmen Visser, inlandsche kramer en Elisabeth Timans, echtelieden woonachtig te Dockum, hierbij tegenwoordig en gevende hun toestemming tot dit huwelijk, Bruidegom ter eenre: en Geertruida Woltrink, oud twee en dertig jaren, blijkens het hierbij overgelegde geboorte extract sub C, winkeliersche, geboren te Kollum en wonende te Dockum, Weduwe van Franciscus Flierl, alhier ter stede overleden, blijkens extract uit het register voor de aangaven van overlijden hierbij overgelegd sub D, meerderjarige dochter van Anthon Woltrink, koopman en Ida Boekholt, echtelieden, woonachtig te Dockum, Bruid ter andere zijde. Dewelke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen Huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen alhier voor de hoofddeur van het Stadshuis hebben plaats gehad op Zondagen den achtentwintigsten Junij en den vijfden dag dezer maand, telkens de 'svoormiddags half twaalf uren. Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter onzer kennisse zijnde gebragt hebben wij aan hun lieder verzoek voldaan. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken Staat verbonden zijn; hetwelk door hunlieden met Ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. Gedaan in tegenwoordigheid van Bote Schaafsma, oud negen en veertig jaren, Stadsbode, Johannes Schelwald, oud negen en vijftig jaren en Johannes Veltkamp, oud negen en veertig jaren, beide dienaars van politie en justitie en Harmanus Liezenberg, oudvier en dertig jaren, horologie hersteller, allen wonende te Dockum, als ten dezen verzochte getuigen en zijnde geen bloed- of aanverwanten van de comparanten echtgenooten. En is hiervan door ons opgemaakt deze akte welke na voorlezing door de comparanten echtgenooten, benevens des bruidegoms Vader en de getuigen met ons is onderteekend, verklarende de moeder van den bruidegom niet te kunnen teekenen als hebbende geen schrijven geleerd. Pagina 19 | Gezin: Martinus Visser / Geertruida Woltrink (F1502)
|
1728 | In het jaar Een duizend achthonderd en zestig, den negenden dag der maand Februari zijn voor ons ondergeteekende Wethouder, A mbtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Harlingen Provincie Friesland, gecompareerd: Pieter van der Steen oud zes en dertig jaren, geboren Leeuwarden, Winkelier, meerderjarige zoon van Eelke van der Steen, Koopman en wonende mede aldaar en van Nieske Dijlhoff, overleden en Ida Visser oud een en dertig jaren geboren te Harlingen, zonder beroep, wonende aldaar, meerderjarige dochter van Marten Visser, overleden, en van Maria Nieuwenhuis, wafelbakster wonende te Harlingen. Welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen op Zondagen den negen en twintigsten Januarij en vijfden Februarij dezes jaars alhier en in de gemeente Leeuwarden zonder stuiting hebben plaats gehad. En hebben de Comparanten tot dat einde aan ons overgelegd: Hunne geboorteakten, benevens certificaat van onverhinderden afloop der huwelijksafkondigingen te Leeuwarden. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den den huwelijken Staat verbonden zijn, waarop door ieder afzonderlijk eenafzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der Wet verklaard dat Pieter van der Steen en Ida Visser bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Willem Zwaal, oud acht en vijftig jaren, Obbe Vinkelbos, zeven en dertig jaren jaren, Stadsboden, Hendrik Rikkers, oud vier en veertig jaren, agent van Politie en Cornelis Keijzer, oud veertig jaren, wijkbode, allen goede bekenden van de contractanten en te Harlingen woonachtig. En is hiervan door ons opgemaakt deze Acte die na voorlezing door de comparanten de getuigen en ons is geteekend. | Gezin: Pieter van der Steen / Ida Visser (F653)
|
1729 | In het jaar een duizend achthonderd negen en negentig, den vierden der maand Maart is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland gecompareerd: Hermanus Wibertus Visser, oud drie en dertig jaren, van beroep Koopman, wonende te Dockum welke ons verklaarde dat op den derden dezer maand, des namiddags ten twee ure, alhier een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren uit zijne echtgenoote Johanna Beckers, zonder beroep, mede te Dockum woonachtig, aan welk kind hij verklaarde de voornamen te geven van Anna Cornelia Barbara De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Johannes Vogt, oud vijf en dertig jaren, van beroep Koopman, en Petrus Wereldsma, oud twee en dertig jaren, van beroep Koopman, beiden wonende Dockum. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, de comparant en de getuigen voorgelezen en daarna met hen onderteekend Akte 32 | Visser, Anna Cornelia Barbara (I201)
|
1730 | In het jaar Een duizend achthonderd negen en vijftig, den veertienden der maand November, zijn voor ons Arne Posthuma, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dokkum, Provincie Friesland, gecompareerd: Foeke Pieters Sjoerdsma oud vijftig jaren, leedaanzegger em Pieter Krab, oud drieendertig jaren, weesvader beide wonende te Dokkum, en zijnde geen bloed of aanverwanten der overledene, welke ons verklaard hebben dat Ava Catharina Kienstra, oud zeventien jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Dokkum, ongehuwd, dochter van Johannes Kienstra en van Catharina Kortrijk, in tijden echtelieden, beide overleden, op den twaalfden der maand November des voormiddags ten half twaalf ure in het huis wijk C nummer vijf en vijftig is overleden. En hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve, na zulks, met ons hebben geteekend. Pagina 38-12 | Kienstra, Ava Catharina (I1229)
|
1731 | In het jaar een duizend achthonderd negenenveertig, den derden dag der maand September zijn voor ons Grietman, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Grietenij Haskerland, Provincie Vriesland, gecompareerd: Anne Douwes van Aalzum, oud veertig jaren, schrijnwerkersknecht, en Gabe Jacobs van der Schoot, oud drie en dertig jaren, koemelker, wonende beide te Joure, welke ons verklaard hebben dat IJttje Durks Knoop, oud vijf en zeventig jaren, zonder bedrijf, geboren en wonende te Joure, weduwe van Auke Gerkes zegge Gerke Aukes Vogelvanger, dochter van Durk Knoop, zijnde de naam der moeder onbekend, op den tweeden der maand September, des morgens ten half zeven ure, in het huis met nummer driehonderd zesenveertig te Joure is overleden en hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen en met dezelve onderteekend Pagina 27, supplement 1 achterzijde | Knoop, IJtje Durks (I1297)
|
1732 | In het jaar Een duizend achthonderd twee en veertig , den dertienden dag der maand Januarij zijn voor ons ondergeteekende Wethouder, A mbtenaar van den Burgerlijken Stand te Harlingen, in het huis der Gemeente verschenen teneinde een huwelijk aan te gaan Dirk Jans Dijkstra, oud drie en twintig jaren, voerman, geboren en wonende te Harlingen, meerderjarige Zoon van Jan Dijkstra, overleden en van Yda of Ida Visser, zonder beroep, wonende te Harlingen Marijke Allards van der Zee oud zes en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Harlingen, meerderjarige dochter van Allard Harmens van der Zee of Aldert Harmens van der Zee of Aldert van der Zee en van Baukje Johannes Visser of Baukje Visser, welke verschillende namen der bruids ouders aanduiden, beide overleden. De afkondigingen hebben alhier zonder stuiting plaats gehad den tweeden en negende Januarij dezes jaars, en hebben zij overlegd hunne geboorteacten, benevens de doodacten van des bruidegoms vader en der bruids beide ouders. De bruidegoms moeder hiertegenwoordig heeft ons verklaard hare toestemming tot dit huwelijk te geven. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle pligten zullen vervullen, die door de Wet op de huwelijken Staat zijn vastgesleld, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan dat zij door den echt aan elkander verbonden. In tegenwoordigheid van Martinus Visser, oud acht en vijftig jaren, oom van den bruidegom, Johannes van der Zee, oud twee en dertig jaren jaren, neef van den bruidegom en broeder van de Bruid, zijnde de eerstgenoemde ook oom van de bruid, Lucas Kroeze, oud twee en dertig jaren, goede bekende en van Henderikus Vulsma, oud een en dertig jaren, aangehuwde broeder van de bruid en aangehuwde neef van de bruidegom, allen van beroep wafelbakkers en te Harlingen woonachtig. En is hiervan door ons opgemaakt deze Acte welke na voorlezing door de comparanten ,de getuigen met ons is geteekend. | Gezin: Dirk Jans Dijkstra / Marijke Allarts van der Zee (F661)
|
1733 | In het jaar Een duizend achthonderd twee en veertig, den twaalfden der maand November zijn voor ons Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Workum, Arrondissement Sneek, Provincie Vriesland gecompareerd op het Stadhuisaldaar: Gerben Sjoerds Huizinga oud zeventwintig jaren, geboren te Workum, blijkens acte, wonende aldaar, van beroep Molenmaker, meerderjarige zoon van Sjoerd Gerbens Huizinga, timmerman, wonende te Workum en van Sytske Folkerts Graafsma overleden, de Vaderhierbij tegenwoordig en zijne toestemming gevende blijkens onderteekening, terwijl het overlijden der moeder uit de hierbij overgelegde acte geblijkt. en Anna Martens Visser zonder bedrijf, oud twee en dertig jaren, geboren te Harlingen, blijkens acte, wonende aldaar, meerderjarige dochter van Marten Joes Visser en Marijke Berends, echtelieden, Wafelbakkers, wonende te Harlingen. Welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen huwelijk te willen voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van ons huis der Gemeente zijn geschied op Zondagen den dertigsten October en zesden November dezes jaars, telkens des voormiddags ten elf uren, hebbende gelijke afkondigingen op dezelfde dagen plaats gehad binnen de Stad Harlingen en blijkens daarvan afgegeven en hierbij overgelegd certificaat. Geene verhindering tegen gemeld huwelijk ter onzer kennis zijnde gebragt, hebben wij aan hun verzoek voldoende na voorlezing van alle vereischte stukken, als mede van den Zesden titel van het Burgerlijk Wetboek tot opschrift hebbende “van de regten en verpligtingen der echtgenoten” ieder der aanstaande echtgenoten afgevraagd of zij elkander wederkeerig tot man en tot vrouw wilden nemen, waarop door ieder hunner afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren wij in naam der Wet dat Gerben Sjoerds Huizinga en Anna Martens Visser door het huwelijk verbonden zijn. Waarvan wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van: Evert Zijlstra, oud dertig jaren, van Lieuwe Andela, oud zes en twintig jaren, van Enne van der Wal, oud vier en twintig jaren en van Folkert Huizinga, oud vijf en twintig jaren, alle van beroep molenmakersknechts, wonende te Workum, de eerst genoemden goede bekenden en aan de gehuwden vreemd en laatstgenoemden de broeder des bruidegoms Welke deze Acte, nadat hun dezelve was voorgelezen, met de contractanten, de Vader des contractans, en ons hebben onderteekend. | Gezin: Gerben Sjoerds Huizinga / Anna Martens Visser (F515)
|
1734 | In het jaar Een duizend achthonderd vier en zeventig, den achttienden dag der maand September zijn voor ons, ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Harlingen, gecompareerd Jan Poort, oud zevenenvijftig jaren, aanspreker, wonende te Harlingen, en Broer Pltenga, oud vierendertig jaren, Commies ter Secretarie, wonende te Harlingen welke ons verklaard hebben, dat Jacob Bonnema oud zesenzeventig jaren, geboren te Harlingen, sleeper, wonende aldaar, weduwnaar van Yda Visser, zoon van Willem Bonnema en Catharina (de naam onbekend) beiden overleden, op den zestienden der maand September dezes jaars des avonds ten halftwee ure in het huis staande in Wijk H. No.35 is overleden, en hebben wij deze akte aan de aangevers voorgelezen en daarna met hen geteekend. | Bonnema, Jacob (I3934)
|
1735 | In het jaar Een duizend achthonderd zesendertig, den zevenden dag der maand Januarij zijn voor ons Sjoerd Simons Wijma, Wethouder der Stad Harlingen aan den welke de Burgemeester bij besluit van den negen en twintigsten Dezember des vorigen jaars heeft opgedragen den functien van Officier van den Burgerlijken Stand gecompareerd Jacob Bonnema oud acht en dertig jaren, bleekersknecht, geboren en wonende te Harlingen, meerderjarige Zoon van Willem Lieuwes Bonnema in leven trekschipper en van Trijntje Postma, zonder bedrijf, indertijd Egtelieden te Harlingen en aldaar beiden overleden, de eerste den zesentwintigsten en de laatste genoemde den derden April achttienhonderd zeventien blijkens doodextracten van den eersten December des vorigen jaars. En Yda Johannes Visser oud zeven en veertig jaren het beroep van Sleeper uitoefende, geboren en wonende te Harlingen, meerderjarige dochter van Johannes Visser, in leven wafelkramer en Geertruida Schonenberg, zonder bedrijf, inder tijd egtelieden te Harlingen en aldaar beiden overleden, de eerste den vijfentwintigsten Februarij agttienhonderd en twee en de laatstgenoemde den negenentwintigsten Augustus agttienhonderd vijf en twintig, weduwe van Jan Dijkstra, in leven Sleeper te Harlingen en aldaaroverleden den twaalfden Mei agttienhonderd en dertig alles blijkens begraving en doodextracten van den eersten Dezember des vorigen jaars . Dewelke ons verzogt hebben het door hun voorgenomen huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen alhier voor de hoofddeur van het huis der gemeente te zijn geschied op den dertienden en twintigsten December des vorigen jaars telkens des middags te twaalf uren. Geen verhindering tegen het gemelde huwelijk bij ons is ingekomen zijnde hebben wij aan hun verzoek voldoende de na voorlezing van de daartoe betrekkelijke stukken en van het zesde hoofdstuk van den Titel van het burgerlijk Wetboek tot opschrift hebbende het “Huwelijk” de aanstaande egtgenoten afgevraagd of zij elkander wederkeerig tot man en vrouw wilden nemen waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord is gegeven verklaren wij in naam der wet dat Jacob Bonnema en Yda Johannes Visser voornoemd door het huwelijk verbonden zijn. En hebben bruidegom en bruid vooraf onder Eede verklaard dat hun het overlijden, de plaatsen van overlijden benevens de laatste woonplaatsen van hunne grootouders onbekend zijn en daarvan geene bewijzen kunnen produceren gelijk mede door natenoemene getuigen met Eede is geconfirmeerd, dat hoezeer zij de bruidegom en bruid wel kennen hun het overlijden,de plaatsen van overlijden benevens de laatste woonplaatsen van gedagte grootouders onbekend zijn. Daarna verklaarden de bruidegom en gezegde getuigen in voege als voren dat in zijne geboorteacte de familienamen zijner ouders niet zijn vermeld, dat de in de hierboven genoemde hunne wettige zijn en dierhalve de in het hoofd dezes en die welke in gezegde geboorteacte voorkomen een en dezelfde persoonen aanduiden. Van al hetwelk wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jan de Boer, oud vier en zeventig jaren, Jacob van Slooten, oud negen en zestig jaren, Stadsboden, Gerrit Rikkers, oud zeven en vijftig jaren, Stadsdienaar en Simon Sjoerds Wijma, oud vijfentwintig jaren, tweede commies ter Secretarije, allen goede bekenden van de contractanten, wonende te Harlingen welke na gedane voorlezing deze acte met de contractanten en ons hebben getekend. | Gezin: Jacob Bonnema / Yda Johannes Visser (F662)
|
1736 | In het Jaar Een duizend achthonderd zesentwintig, den vijf en twintigsten dag der maand Februarij des nademiddags ten drie uren is voor ons Burgemeester, Offficier van den Burgerlijken Stand der Stad Dockum, Provincie Vriesland, gecompareerd Harmen Visser, oud vier en veertig jaren, Inlandsche Kramer, alhier De welke ons heeft verklaard dat op den drie en twintigsten dag dezer maand Februarij des avonds ten half elf uren alhier geboren is een kind van het mannelijk geslacht van hem komparant en van Elisabeth Tiemans, zijne Huisvrouw aan welk kind hij Declarant verklaart te geven de voornamen van Wibertus Antonius. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Hessel Hessels Postmus, oud een en veertig jaren, Turfschipper, wonende in het schip en van Albert Schelwald, oud drie en dertig jaren, arbeider, alhier. En hebben de Vader en de beide getuigen deze acte van geboorte nadat dezelve aan hun was voorgelezen nevens ons onderteekend. Pagina 11 | Visser, Wibertus Antonius (I1184)
|
1737 | In het jaar een duizend agt honderd vijftien, den zestienden der maand februari is voor den Ambtenaar van den Burgerlijken Staat van Rhijnsburg gecompareerd Matthijs van Schie, oud zes en twintig jaaren, van beroep ......., wonende te Rhijnsburg welke ons een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld op den veertiende februari des avonds om half agt uuren uit hem Declarant en Alida van Rhijn deszelfs huisvrouw geboren hetwelk hij de voornaam van Liepje verklaard heeft te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Cornelis Hof..., oud zeven en veertig jaaren, van beroep tuinman en Casper Klaasz Glasbergen, oud zes en twintig jaaren, van beroep landbouwer, beiden wonende te Rhijnsburg. En hebben de vader en de getuigen deze acte nadat hun deszelve was voorgelezen nevens ons onderteekend. Akte 16-02-1815 Er is ook een extract van het geboorteregister dat is afgegeven bij het huwelijk (huwelijkse bijlage) | van Schie, Liepje (I1446)
|
1738 | In het jaar een duizend negen honderd acht, den achtsten januari, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Ameland, Provincie Friesland, gecompareerd: Arend Brouwer, oud vier en zeventig jaren, timmerman en Anne Boelens, oud dertig jaren, timmerman, bieden wonende te Nes, welke ons verklaard hebben, dat op den zevenden dezer maand des namiddags ten een ure te Nes is overleden Franciscus Wigbertus Kienstra, oud zeven en zestig jaren, kleermaker, geboren te Dokkum, wonende te Nes, zoon van Johannes Kienstra en van Catharina Kortrijk, beiden oerleden, gehuwd met Geertruida Aukes Dijkstra. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, welke, nadat dezelve aan d aangeves was voorgelezen, door ons en de aangevers is geteekend. Akte 1 | Kienstra, Franciscus Wigbertus (I1228)
|
1739 | In het jaar een duizend negen honderd dertien, den negenentwintigsten der maand augustus, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Christiaan Schoffelmeer, oud drie en zestig jaren, stoker aan de gasfabriek alhier, zoon van na te melden overledene, en Taeke Taekema, oud vierentwintig jaren, bediende aan het stadsziekenhuis, beiden wonende te Leeuwarden; welke ons verklaard hebben, dat alhier op den negenentwintigsten dag der maand augustus dezes jaars, des morgens ten half acht ure, is overleden: Jan Schoffelmeer, oud vijf en tachtig jaren, zonder beroep, geboren te Zwaagwesteinde, wonende te Leeuwarden, man van Heiltje Jager, vroeger weduwnaar van Willemke Jongeboom en eerst van Margartha Bekker, zoon van Christiaan Schoffelmeer en van Jetske Taekes Schoffelmeer, beiden overleden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met de aangevers onderteekend. Akte 403 | Schoffelmeer, Jan (I2855)
|
1740 | In het jaar een duizend negen honderd één, den twaalfden dag der maand November, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bolsward, provincie Friesland,verschenen: Sikke Dikmans oud vijf en veertig jaren, scheepstimmerknecht wonende te Bolsward welke ons verklaarde, dat op den elfden november dezes jaars des morgens ten twee ure, te Bolsward een kind van het mannelijk geslacht is geboren uit zijne echtgenoot, Catharina van der Meer, zonder beroep, wonende te Bolsward aan welk kind hij verklaarde de voornaam te geven van Jan. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Hendrik Bunia oud zevenenveertig jaren werkman en Jacobus Draaisma oud eenendertig jaren, werkman beide wonende te Bolsward. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt, welke onmiddellijk na voorlezing door ons met de aangever en de getuigen is onderteekend. Akte 167 | Dikmans, Jan (I205)
|
1741 | In het jaar een duizend negen honderd een, den vierentwintigsten dag der maand September, is voor Ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Bote Flapper oud acht en veertig jaren, koemelker, wonende te Leeuwarden, die Ons heeft verklaard, dat alhier op den twee en twintigsten september dezes jaars, des namiddags ten vier ure, een kind van het mannelijk geslacht is geboren uit Juliana Barbara Becker, zonder beroep, mede te Leeuwarden woonachtig, zijne echtgenoote; aan welk kind de voornaam is gegeven van Dirk. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Gerardus Hermanus Becker, oud vier en zestig jaren, zonder beroep wonende te Leeuwarden en van Anne Dirks Flapper, oud twee en dertig jaren, vuurstoker, wonende te Leeuwarden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met den aangever en de getuigen onderteekend. | Flapper, Dirk (I800)
|
1742 | In het jaar een duizend negen honderd een, den zesentwintigsten januari, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Ameland, Provincie Friesland, gecompareerd: Jan van den Brink, oud vijfenvijftig jaren, schoenmaker en Hendrik Oud, oud zesenvijftig jaren, arbeider, beiden wonende te Nes welke ons verklaard hebben, dat op den dag van heden des voormiddags ten half een ure te Nes is overleden: Catharina Bekker, oud een en tachtig jaren, zonder beroep, geboren te Driesum, wonende te Hollum op Ameland, dochter van Klaas Nicolaas Joseph Bekker en van Juiljanna Engberts Vollenbroek, beiden overleden, weduwe van Christiaan Jacqout. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, welke, nadat dezelve aan de aangevers was voorgelezen, door ons en de aangevers is geteekend. Akte 4 | Bekkers, Catharina (I2856)
|
1743 | In het jaar een duizend negen honderd elf, den veertienden dag der maand september, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Suibertus Rudolphus Roef, oud twee en zestig jaren, aanspreker en Sijbe Wijbrands, oud vijf en zestig jaren, ambtenaar ter secretarie dezer gemeente, beiden wonende te Leeuwarden; welke ons verklaard hebben, dat alhier op den twaalfden dag der maand september dezes jaars, des avonds ten tien ure, is overleden: Fokje Fransen, oud zeven en zeventig jaren, zonder beroep, geboren te Groutum, wonende te Leeuwarden, vrouw van Gerhardus Hermanus Becker, dochter van Frans Wijtzes Fransen en van Feikjen Ruurds Bijlsma, beiden overleden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met de aangevers onderteekend. Akte 438 | Fransen, Fokje (I2859)
|
1744 | In het jaar een duizend negen honderd elf, den zestienden December, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Ameland, Provincie Friesland, gecompareerd: Hendrik Spoelstra, oud zes en vijftig jaren, winkelier en Auke Boelens, oud vier en dertig jaren, timmermansknecht, beiden wonende te Nes, welke ons verklaard hebben, dat op den dag van heden, des voormiddags ten acht ure te Nes is overleden Geertruida Dijkstra, oud een en tachtig jaren, zonder beroep, geboren te Makkum, wonende te Nes, dochter van Auke Dijkstra en Hesseltje Rijpma, beiden overleden, weduwe van Francuscus Wigbertus Kienstra. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, welke, nadat dezelve een de aangevers was voorgelezen, door ons en de aangevers is geteekend. Akte 40 | Dijkstra, Geertruida (I3600)
|
1745 | In het jaar Een duizend negen honderd en drie, den negenentwintigsten dag der maand Augustus, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Sneek, Provincie Friesland, gecompareerd: Jan Postma, oud zestig jaren, van beroep schipper, geboren te Lemmer, wonende te Sneek, weduwnaar van Petertje Postma, meerderjarige zoon van Hendrik Sijtzes Postma en Akke Jacobus van Kempen, beiden overleden, in leven echtelieden, en: Ruurdtje Bijvoets, oud acht en zestig jaren, zonder beroep, geboren te Woudsend, wonende te Sneek, weduwe van Friedrich Louis Rose, meerderjarige dochter van Jacob Adriaan Bijvoets en Marijke Arends van der Beeck, beiden overleden, in leven echtelieden. Welke ons hebben verzocht het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen op Zondagen den negenden en zestienden Augustus dezes jaars alhier zonder stuiting hebben plaats gehad. Door de comparanten zijn tot dat einde aan ons overgelegd: de extracten uit hunne geboorteakten en die uit de overlijdensakten van de vorige echtgenooten der comparanten. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, in tegenwoordigheid van na te noemen getuigen, of zij elkander weederkerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; - hierop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der wet verklaard, dat: Jan Postma en Ruurdtje Bijvoets bovengenoemd door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheod van Johannes van Akkeren, oud drie en vijftig jaren, Herre Kampen, oud drie en veertig jaren, Johannes Bernardus de Jongh, oud negen en dertig jaren, ambtenaren ter secretarie en Doeke van der Werf, oud vier en dertig jaren, bode, allen wonende alhier, die deze, benevens ons hebben onderteekend, terwijl de comparante verklaarde haar naam niet te kunnen schrijven als hebbende zulks niet geleerd, bestaande er tussen partijen comparanten en de getuigen bovengenoemd geen bloed of aanverwantschap. Akte 81 | Gezin: Jan Postma / Ruurdtje Bijvoets (F890)
|
1746 | In het jaar een duizend negen honderd en een, den acht en twintigsten januarij is voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Hillegom, verschenen Adrianus van Roode, oud zes en zestig jaren, van beroep zonder wonende alhier, en Antoni Martinus van der Jagt, oud negen en dertig jaren, van beroep gemeentesecretaris wonende mede alhier, welke ons verklaard hebben, dat op den acht en twintigsten van de maand januarij dezes jaars, des voormiddags ten vier ure, in het huis aan de Beekkade nommer negen en twintig binnen deze Gemeente overleden is: Petrus Kastien, zonder beroep, oud vijf en negentig jaren, geboren te Haarlem, weduwnaar van Johanna Maria van der Elst, eerder weduwnaar van Johanna van Roode, zoon van Frederik Kastien en van Francijntje Zoen, beiden overleden, behuwd vader van den eersten aangever, gewoond hebbende in voornoemd huis. En is deze akte van overlijden, na gedane voorlezing, door de aangevers met ons onderteekend. Akte 8 | Kastien, Petrus (I4568)
|
1747 | In het jaar een duizend negen honderd negentien, den eersten der maand juli des namiddags ten half een uur, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Katwijk, gecompareerd: Hendrikus Wilhelmus Grimbergen oud twee en veertig jaren, van beroep bloemkweker wonende te Katwijk aan den Rijn, en Wilhelmus Quirinus Grimbergen oud vier en dertig jaren, van beroep onderwijzer wonende te Zoetermeer zijnde beide aangevers zoons van den overledene, die verklaarden, dat in het huis wijk twee nommer honderd vier en veertig op den dertigsten der maand juni dezes jaars, des namiddags ten kwart na zeven uur, is overleden: Johannis Grimbergen, zonder beroep, geboren te Rijnsburg oud twee en zeventig jaren wonende te Katwijk aan den Rijn, echtgenoot van Geertruida van Leeuwen, zonder beroep wonende te Katwijk aan den Rijn, zoon van Hendrik Grimbergen en van Elisabeth van Schie, beiden overleden. En hebben de comparanten nevens ons na voorlezing geteekend. Akte 78 | Grimbergen, Johannis (I1372)
|
1748 | In het jaar een duizend negen honderd veertien, den vierden dag der maand september, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, verschenen: Sixtus Regnerus Romkes, oud negen en twintig jaren, aanspreker en Sijbe Wijbrandus, oud acht en zestig jaren, ambtenaar ter secretarie dezer gemeente, beide wonende te Leeuwarden; welke ons verklaard hebben, dat alhier op den vierden dag der maand september dezes jaars, des morgens ten zes ure, is overleden: Minke Dauwe, oud negen en veertig jaren, zonder beroep, geboren te Rinsumageest, wonende te Leeuwarden, weduwe van Nicolaas Johannes Beckers, natuurlijke dochter van Catherina Harmens Dauwe, overleden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met de aangevers onderteekend. Akte 412 | Dauwe, Minke (I538)
|
1749 | In het jaar een duizend negen honderd, den twintigsten dag der maand juli is voor Ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Jan Jorritsma oud negen en dertig jaren, schoenmaker, wonende te Leeuwarden, die Ons heeft verklaard, dat alhier op den negentienden juli dezes jaars, des middags ten twaalf ure, een kind van het mannelijk geslacht is geboren uit Janke van der Wal, zonder beroep, mede te Leeuwarden woonachtig, zijne echtgenoote, aan welk kind de voornamen zijn gegeven van Gerrit Johannes. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Haije Stobbe oud negen en dertig jaren, timmerman, wonende te Leeuwarden, en van Matthijs Roelof Zadel, oud zeven en dertig jaren, letterzetter, wonende te Leeuwarden. Waarvan Wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met den aangever en de getuigen onderteekend. Akte 461 | Jorritsma, Gerrit Johannes (I777)
|
1750 | In het jaar Een duizend negenhonderd en twee, den vierentwintigsten dag der maand Juni, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Sneek, Provincie Friesland, gecompareerd: Herre Kampen oud twee en veertig jaren, commies en Pieter Reitsma, oud negen en twintig jaren, adjunct commies, beiden wonende te Sneek, welke ons verklaard hebben, dat Petertje Postma, oud zestig jaren, zonder beroep, woonachtig en geboren te Sneek, echtgenoot van Jan Postma, dochter van Sikke Postma en van Geertrui Wissing, beiden overleden, in leven echtelieden, op den vier en twintigsten dag der maand Juni dezes jaars des morgens ten vijf ure, in het huis, staande in wijk zestien nummer een honderd vier en zestig alhier is overleden. En hebben wij hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing door de aangevers en ons is onderteeend. Akte 95 | Postma, Petertje (I4029)
|