Wal's Genealogie
Aantekeningen
Treffers 1,851 t/m 1,900 van 6,749
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1851 | In het jaar Een duizend acht honderd en veertig, den vijfentwintigsten der maand Julij, is voor ons ondergeteekende Georg Frederik Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel ,Provincie Vriesland, verschenen: Johannes Hijltjes Kortrijk, oud vijfentwintig jaren, Arbeider wonende in het Huis nummer vier en tachtig te Dronrijp, welke ons heeft verklaard dat op den vierentwintigsten der maand Julij dezes jaars des middags ten twaalf ure, ten zijnen huize is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit Akke Aukes Postma, zonder beroep, wonende te zijnen huize, zijne echtgenoote, welk kind zal genaamd worden Antje. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Sijmen Johannes Sijmensma, oud drie en vijftig jaren, koopman, wonende te Dronrijp, en Wijbe Hijltjes Kortrijk, oud negenentwintig jaren, Arbeider, wonende te Menaldum, en is deze acte door ons benevens de comparant en de getuigen na voorlezing onderteekend. | Kortrijk, Antje Johannes (I2201)
|
1852 | In het jaar Een duizend acht honderd en vier en twintig den agtienden der Maand October des voormiddags ten tien uren, is voor ons Wethouder Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Harlingen Provincie Vriesland, gecompareerd Jan Dijkstra oud zeven en veertig jaar voerman wonende te Harlingen welke ons een kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld op den zestienden October agtienhonderd vier en twintig des avonds om zes uur uit hem declarant en Yda Visser deszelfs huisvrouw geboren verklarend aan hetzelve de voornaam van Johannes te willen geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen oud twee en vijftig jaar Eerste Commis ter Secretarij en Jacob van Slooten oud agt en vijftig jaaren Stadsbode wonende te Harlingen en hebben de Vader en getuigen na dat hun deze acte was voorgelezen benevens ons onderteekend. | Dijkstra, Johannes Jans (I3937)
|
1853 | In het jaar een duizend acht honderd en vier en zestig, den negentienden der maand December, zijn voor ons benoemd ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, verschenen: Casper Juffermans, echtgenoot der overledene oud vieren vijftig jaren, van beroep Bouwman en Everardus van Rodenrijs, oud een en zestig jaren, van beroep zonder wonende beiden alhier welke ons verklaard hebben, dat op den zeventienden van de maand December dezes jaars, des namiddags te half drie ure, binnen deze Gemeente overleden is Maria Kortekaas, dochter van Hendrik Kortekaas en van Catharina van der Geest, beiden overleden, van beroep zonder, oud zeven en vijftig jaren, geboren te Alkemade en gewoond hebbende alhier, Wijk een nommer eenhonderd en een en veertig, gehuwd met Casper Juffermans. En is deze akte van overlijden, na gedane voorlezing, door de beide comparanten en ons ondertekend Akte 62 | Kortekaas, Maria (I1519)
|
1854 | In het Jaar Een duizend acht honderd en vierentwintig den vierentwintigsten der maand Maart des nademiddags ten zes uren is voor ons Assessor bij absentie van den Grietman, Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenije Gaasterland Provincie Vriesland gecompareerd Harmen Johannes Visser, oud zevenenveertig jaren, wafelbakker, wonende in zijne wafelkraam, staande voor de Kerk der Hervormden, gequoteerd met nummer een en dertig te Balk welke verklaarde dat op heden morgen den vier en twintigsten dezer maand Maart des morgens vroeg ten vijf uren uit hem declarant en zijne echtgenote Elisabeth Timans, geboren is een kind van het mannelijk geslacht aan hetwelke hij de voornaam van Jacobus wil geven en zij(?) in genoemde wafelkraam. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Joeke Janezn Herkenburg, oud twee en dertig jaren, onzen Agent van Politie wonende in de huizinge gequoteerd met nummer een honderd en vier en vijftig en van Gerk Janzn Hagen, oud vijf en veertig jaren, onzen briefenbode, wonende in de huizinge gequoteerd met nummer zes en tachtig, beiden te Balk in geene bloed of aanverwantschap tot de geborene naar zijne ouders is bestaande. En hebben voorts de Vader en getuigen beide deze acte van geboorte, nadat hun dezelfde was voorgelezen, nevens ons ondertekend. Pagina 19 | Visser, Jacobus (I1183)
|
1855 | In het jaar een duizend acht honderd en vijf en zestig, den vijftienden der maand junij zijn voor ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, verschenen: Petrus de Groot, echtgenoot der overledene oud zeven en veertig jaren, van beroep bloemkweker en Gillis van den Ameele oud vijf en vijftig jaren, van beroep bode wonende beiden alhier welke ons verklaard hebben, dat op den veertienden van de maand junij dezes jaars, des morgens ten negen ure, binnen deze Gemeente overleden is Catharina Juffermans, dochter van Casper Juffermans, van beroep bouwman geboren te Noordwijkerhout en van Maria Kortekaas, overleden, wonende de eerste alhier, van beroep zonder oud drie en twintig jaren, geboren alhier en gewoond hebbende alhier wijk één nommer zeven en tachtig, gehuwd met Petrus de Groot. En is deze akte van overlijden, na gedane voorlezing, door de beide comparanten met ons onderteekend. Akte 37 | Juffermans, Catharina (I1468)
|
1856 | In het jaar een duizend acht honderd en vijf en zestig, den zestienden der maand februari zijn voor ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, Provincie Zuid-Holland, Arrondissement Leyden, in het Huis der Gemeente verschenen, teneinde een Huwelijk aan te gaan: Pieter de Groot, weduwnaar van Helena Lubbe, oud zeven en veertig jaren, van beroep bloemkweker, geboren te Noordwijk, wonende alhier, meerderjarige zoon van Godefridus de Groot en van Antje van Oosten, beiden overleden en Catharina Juffermans, jongedochter, oud drie en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Casper Juffermans van beroep bouwman, wonende alhier en van Maria Kortekaas, overleden. Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis gebragt zijnde, waarvan de afkondigingen voor de deur van het Gemeentehuis alhier zijn geschied, namelijk: de eerste op zondag den vijfden februarij en de tweede op zondag den twaalfden februarij beide van het jaar achttien honderd en vijf en zestig, hebben de comparanten aan ons overgelegd: vooreerst beider geboorteacten, ten tweede de overlijdensacte van de vorige echtgenoot des Bruidegoms en ten derde de overlijdensacte van de moeder der Bruid. De vader der Bruid alhier tegenwoordig heeft verklaard zijn toestemming tot de voltrekking van dit Huwelijk te geven. En de comparanten in het openbaar afgevraagd hebbende, of zij elkander aannemen tot echtgenoot en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen toestemmend beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan alkander zijn verbonden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordgheid van Johannes Wilhelmus Geeve, oud zeven en vijftig jaren, van beroep tuinder, zwager van den Bruidegom, Johannes Lubbe, oud drie en vijftig jaren, van beroep tuinder, zwager van den Bruidegom, Dirk Juffermans, oud acht en twintig jaren, van beroep bouwman, broeder der Bruid en Hendrik Juffermans, oud zes en twintig jaren, van beroep bouwman, broeder van de bruid, wonende allen alhier. En is na gedane voorlezing door de beide comparanten, den vader der Bruid en de vier getuigen met ons onderteekend. Akte 1 | Gezin: Pieter de Groot / Catharina Juffermans (F1684)
|
1857 | In het jaar Een duizend acht honderd en vijfentwintig, den zestienden der Maand Maart des voordemiddags ten elf uren, is voor ons Wethouder, Officier van den Burgerlijken Stand der gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland, gecompareerd Johannes Agema, oud vijfenveertig Jaren, Vroedmeester, wonende te Harlingen, welke ons een kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld en verklaard dat Maria Berends Nieuwenhuis, huisvrouw van Marten Johannes Visser, wafelbakker, woonachtig te Harlingen, op den vijftienden Maart achttienhonderd vijfentwintig, des avonds ten negen uuren is verlost van een zoon, aan welke hij verklaarde de voornaam van Petrus te willen geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen, oud twee en vijftig Jaren, eerste Commis en Bote Lauwrens Tuininga, oud vierenveertig Jaren, tweede Commis ter Secretarije en wonende te Harlingen; en hebben Declarant en getuigen na dat hun deze acte was voorgelezen benevens ons ondertekend. | Visser, Petrus Martens (I3951)
|
1858 | In het jaar een duizend acht honderd en vijftien, den negenden der Maand Julij des nademiddags ten drie uren, is voor ons presidt Burgemeester, Officier van den Burgerlijken Staat der gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland, gecompareerd Marten Visser, Wafelbakker te Harlingen, oud eenendertig Jaar, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld den negenden Julij des morgens ten drie uren uit hem Declarant en Maria Nieuhuis deszelfs huisvrouw geboren, verklarende aan hetzelve de voornaam van Geertruida te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Berend Nienhuis, bontwever, oud eenenzestig jaar en Pieter Weezen, mede bontwever, oud agt en zestig jaar, beide te Harlingen woonagtig en hebben de vader en de tweede getuigena dat deze acte van geboorte was voorgelezen benevens ons vertekend, verklarend de eerste getuige niet te kunnen schrijven. | Visser, Geertruida (I3952)
|
1859 | In het jaar Een duizend acht honderd en vijftien, den vijftienden der Maand December des nademiddags ten drie uren, is voor ons Pt. Burgemeester, Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland, gecompareerd Allart Harmens van der Zee, oud een en veertig Jaar, wafelbakker te Harlingen, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld op den dertienden December dezes jaars ten vijf uren ’s morgens uit hem declarant en Baukje Johannes Visser, deszelfs huisvrouw geboren, verklarende aan hetzelve de voornaam van Marijke te willen geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen, oud drieenveertig Jaaren, eerste Commis ter Secretarije en Jacob Jacobi, oud negen en dertig jaar, Stadsbode beide te Harlingen en hebben de vader en getuigen deze acte na dat zelve was voorgelezen nevens ons ondertekend. | van der Zee, Marijke Allarts (I3977)
|
1860 | In het jaar een duizend acht honderd en vijftien, op den vierden dag der maand october des morgens ten negen uur is voor ons Johan Petrus Pompe van Meerdervoort, President van het plaatselijk bestuur, Ambtenaar van den Burgerlijken staat der gemeente van Voorschoten, Canton Katwijk, District 's Gravenhage, Provincie van Zuidholland gecompareerd Cornelis Berg oud zeven en dertig jaren, bouwman van beroep, wonende in de gemeente van Voorschoten numero negen en veertig, welke ons een kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld op den eersten dag der maand october van der jaare een duizend acht honderd en vijftien des nagts ten twaalf uren in de gemeente van Voorschoten, in het huis numero negen en veertig geboren uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Dirkje van Rijt; aan hetwelk hij verklaard heeft de voornaam van Nicolaas te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Nicolaas Immerseel, oud zeven en zestig jaren, bouwman van beroep, en Willem Kranenberg, oud acht en dertig jaren, tuinman van beroep, beiden geburen van den declarant en wonende in de gemeente van Voorschoten. Welke deze acte van geboorte na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons en den declarant hebben onderteekend, behalven Nicolaas Immerseel, welke ons verklaard heeft niet te kunnen schrijven Akte 24 | Berg, Nicolaas (I1317)
|
1861 | In het jaar een duizend acht honderd en zes en zestig, den vier en twintigsten der maand junij zijn voor ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, Provincie Zuid-Holland, Arrondissement Leyden, in het Huis der Gemeente verschenen, teneinde een Huwelijk aan te gaan: Krijn de Jong. weduwnaar van Willemijntie van Schie, oud vijf en veertig jaren, van beroep landbouwer, geboren en wonende te Rhijnsburg, meerderjarige zoon van Dirk de Jong en van Hester Heemskerk, beiden overleden - en - Maria Juffermans, jongedochter oud dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Casper Juffermans, van beroep bouwman, wonende alhier en Maria Kortekaas, overleden. Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis gebragt zijnde, waarvan de afkondigingen voor de deur van het Gemeentehuis alhier zijn geschied namelijk: de eerste op zondag den tienden junij en de tweede op zondag den zeventienden junij beide van het jaar achttien honderd zes en zestig, hebben de comparanten aan ons overgelegd: vooreerst beider Geboorte acten, ten tweede de overlijdensacte van de vorige echtgenoot des Bruidegoms en ten derde het bewijs dat de beide Huwelijks afkondigingen te Rhijnsburg zonder stuiting hebben plaats gehad. En de Comparanten in het openbaar afgevraagd hebbende, of zij elkander aannemen tot echtgeoot en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn,hetwelk door hen toestemmende beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hendrik Grimbergen, oud zeven en vijftig jaren, van beroep smid, wonende te Rhijnsburg, zwager van den bruidegom, Theodorus van Schie, oud vijf en veertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Rhijnsburg, zwager van den bruidegom, Dirk Juffermans, oud acht en twintig jaren, van beroep landbouwer wonende alhier, broeder van den bruidegom en Hendrik Juffermans, oud zeven en twintig jaren, van beroep bouwman, wonende alhier, broeder der bruid. En is na gedane voorlezing door de beide Comparanten en de vier getuigen met ons onderteekend. Akte 13 Noot: in de akte is Dirk Juffermans genoemd als broeder van de bruidegom. Dat is onjuist. Hij is een broeder van de bruid. | Gezin: Krijn de Jong / Maria Juffermans (F1691)
|
1862 | In het jaar een duizend acht honderd en zestien den negentienden der maand Maart des voordemiddag ten elf uren, zijn voor ons Schout Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Balk Provincie Vriesland, gecompareerd Harmen Visser, oud vier en dertig jaaren, Wafelbakker met een wafelkraam ter broodwinning in deze provincie rondreizende, deszelfs vaste woonplaats hebbende te Harlingen, welke verklaarde, dat op heden den negentienden dezer maand Maart, des morgens ten half zeven uuren uit, hem declarant en Elisabeth Thimans deszelfs huisvrouw in de wafelkraam, staande voor het Kerkgebouw der Hervormden te Balk, gequoteerd met nummer een en dertig, geboren is een kind van het mannelijk geslacht aan hetwelke hij de voornaam vanGerhardus wil geven De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Halbe Hanges Drijfhout, oud twee en dertig jaaren, wagenmaker, in nummer agt een twintig en van Oeds Egberts Wouwenaar, oud agt en veertig jaaren, bakker in nummer negen en twintig, beide wonende te Balk, en hebben de vader en getuigen deze akte van Geboorte, nadat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons ondertekend. Pagina 32 | Visser, Gerhardus Harmens (I3808)
|
1863 | In het jaar een duizend acht honderd en zestien den vierde der maand Junij des middags ten twaalf uren, is voor ons Pt. Burgermeester Officier van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Harlingen Provincie Vriesland, gecompareerd Jan Dijkstra oud negen en dertig jaren, Voorman, wonende te Harlingen, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld den derde Junij een duizend agt honderd en zestien ten tien uren ’s avonds uit hem Declarant en IJda Visser deszelfs huisvrouw geboren; verklarende aan hetzelve de voornaam van Wilhelmina te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen oud vier en veertig jaar, Eerste Commies ter Secretarij, en Jacob Jacobi oud veertig jaren, Stadsbode beide te Harlingen en hebben de Vader en getuigen deze benevens ons getekend. | Dijkstra, Wilhelmina Jans (I3941)
|
1864 | In het jaar een duizend acht honderd en zestien, den negenden der maand November des voormiddags ten twaalf uren, is voor ons presidt Burgemeester, Officier van den Burgerlijken Staat der gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland, gecompareerd Marten Visser, oud tweeendertig jaar, Wafelbakker te Harlingen, dewelke ons een kind van het vrouwelijk geslagt heeft voorgesteld den agsten November dezes jaars ten negen uren des morgens uit hem Declarant en Maria Nieuwenhuis deszelfs huisvrouw geboren, verklarende van aan hetzelve de voornaam van Geertruida te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Raschen, oud vierenveertig jaar, Eerste Commis ter Secretarije en Jan Hendriks de Boer, oud agt en vijftig jaar, Stadsbode, beide te Harlingen en hebben de vader en getuigen na dat dezelve was voorgelezen nevens ons ondertekend. | Visser, Geertruida (I3985)
|
1865 | In het jaar een duizend acht honderd en zestien, den twee en twintigsten der maand April zijn voor ons ft Burgemeester Officier van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Harlingen Provincie Vriesland gecompareerd Jan Kronenburg oud drie en twintig jaar werkman en Jacob Jacobi oud veertig jaar stadsbode Welke ons verklaard hebben, dat Harmanis Dirks Bloemers oud twee en vijftig jaar wonende te Harlingen op den twee en twintigsten der maand April des morgens ten zes uren in 291 Wijk G is overleden; en hebben de Declaranten deze Acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend. | Bloemers, Harmanus Durks (I3927)
|
1866 | In het jaar een duizend acht honderd en zestien, op den vierentwintigste dag der maand october des morgens ten negen uren is voor ons Johannes Petrus Pompe van Meerdervoort, president van het plaatselijk bestuur, Ambtenaar van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Voorschoten, canton Katwijk, District 's-Gravenhage, Provincie van Zuid Holland gecompareerd Cornelis Berg, oud een en veertig jaren, bouwman van beroep, wonende in de Gemeente van Voorschoten numero negen veertig, Welke onseen kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld, op den twee en twintigsten dag den maand october van den jaare een duizend acht honderd en zestien des nagts ten half twee uren in de Gemeente van Voorschoten in het huis met numero negen en veertig geboren uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Dirkje van Rijt aan het welk hij verklaard heeft de voornaam van Petrus te willen geven. De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Nicolaas Immerseel oud zeven en zestig (?) jaren, bouwman van beroep en Willem Kranenberg oud negen en veertig jaren tuinman van beroep, beiden gebuuren van den declarant en wonende in de Gemeente van Voorschoten. Welke deze acte van geboorte, na dat hun dezelve was voorgelezen nevensons en den Declarant hebben onderteekend, behalve Nicolaas Immerseel welke ons verklaard heeft niet te kunnen schrijven. .........., Cornelis Berg, .. Kraanenberg. Akte 33 | Berg, Petrus (I583)
|
1867 | In het jaar een duizend acht honderd en zestig, den zesentwintigsten der maand april zijn voor ons benoemd ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, Provincie Zuid-Holland, Arrondissement Leyden, in het Huis der Gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan Gerrardus Bruijstens, laatst weduwnaar van Johanna Berk, oud een en veertig jaren, van beroep arbeider, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Thomas Bruijstens en van Gerardina Meeuwis, beiden overleden - en - Cornelia Berg, jonge dochter, oud zeven en dertig jaren, van beroep dienstbode, wonende te Warmond, geboren te Voorschoten, meerderjarige dochter van Cornelis Berg en van Dirkje van Rijt, beiden overleden. Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis gebragt zijnde, waarvan de afkondigingen voor de deur van het Gemeentehuis alhier zijn geschied, namelijk: de eerste op Zondag den vijftienden April en de tweede op Zondag den tweeentwintigsten april beide van het jaar achttien honderd en zestig, hebben de comparanten aan ons overgelegd: Vooreerst beider geboorteacten, ten tweede de overlijdensacte van de vorige echtgenoot der bruidegom en ten derde het bewijs dat de beide huwelijksafkondigingen te Warmond zonder stuiting hebben plaats gehad. En de Comparanten in het openbaar afgevraagd hebbende, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen toestemmend beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Gillis van den Ameele, oud vijftig jaren, van beroep bode, Jan Gieliam, oud twee en vijftig jaren, van beroep veldwachter, Jacobus van der Velde, oud zes en veertig jaren, van beroep kledermaker, en Johannes Kemming, oud zes en vijfttg jaren, van beroep arbeider, zwagers des bruidegoms, wonende allen alhier. En is na gedane voorlezing door de beide comparanten en de vier getuigen met ons onderteekend. Akte 3 | Gezin: Gerrardus Bruijstens / Cornelia Berg (F442)
|
1868 | In het jaar een duizend acht honderd en zestig, den zevenden dag der maand Maart, zijn voor ons Roelof van der Woude, Wethouder, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Dantumadeel, provincie Friesland, gecompareerd: Jan Harmens Merkus, oud negen en veertig jaren, ... en Peter Johannes Elzinga, oud zes en veertig jaren, dagloner, beide wonende te Driesum, ... - geen aanverwanten des overledenen, welke ons verklaard hebben dat Nicolaas Jozefs Becker, geboren te Alstad, Ambt Westphalen, Koninkrijk Pruissen, linnenwever, wonende te Driesum weduwnaar van Juliane Enelbertus Vollenbroek, zoon van Frederikus becker en Katharina Becker, beide overleden, zijnde de overledenen oud negen en zestig jaren, op den vijfden der maand Maart des voormiddags ten negen ure te Driesum is overleden; en hebben wij deze Acte aan de comparanten voorgelezen , waarna de laatste deze daarna met ons heeft geteekend, ... Pagina 12 links onder | Beckers, Nicolaas Joseph (I1219)
|
1869 | In het jaar Een duizend acht honderd en zeventien den zesden der maand Mei des voordemiddags ten negen uren, is voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenije Opsterland, Provincie Vriesland, gecompareerd Bernardus Visser oud drie en twintig Jaren wafelbakker wonende te Harlingen liggende thans met een schip op de Gorredijk welke ons een kind van het mannelijk geslagt heeft voorgesteld den vierden der maand Mei des jaars een duizend achthonderd en zeventien uit hemdeclarant en Aaltje Gerbens deszelfs huisvrouw geboren aan het welke hij verklaard de voornaam van Johannes te willen geven. Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albert Mellesz Koopmans oud negenentwintig jaar Griffier en Meindert Pieters Vogelzang oud zevenentwintig jaar klerk beide wonende te Beetsterzwaag en hebben de vader en getuigen deze acte van geboorte nadat zulks dezelve was voorgelezen nevens ons ondertekend. | Visser, Johannes (I3923)
|
1870 | In het jaar een duizend acht honderd en zeventien, den negenden der maand Julij zijn voor ons Grietman, officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel, provincie Vriesland, gecompareerd, Tjalling Joukes Hoekstra en Douwe Phaakes Miedema, geburen, welke ons verklaard hebben, dat Wijbe Douwes Bouma, oud acht en zestig jaren, arbeider te Menaldum, zoon van Douwe Wijbes en Aafke Ypes, weduwnaar van Trijntje Lammerts, op den achtsten der maand Julij des morgens ten tien uren in het huis no 21 te Menaldum is overleden; en hebben de declaranten deze acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend. | Bouma, Wiebe Douwes (I2496)
|
1871 | In het jaar een duizend acht honderd en zeventien, den zevenden der maand november zijn voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Leeuwarderadeel , Provincie Vriesland, gecompareerd Jan Faber oud vierentwintig jaren,boereknecht te Wirdum, en Sijne Vonk, oud vierenzestig jaren, executeur van Leeuwarderadeel, wonende te Leeuwarden welke ons verklaard hebben, dat Johannes Pieters Faber, oud eenenzestig jaren, boer te Wirdum, vader van den eerstgenoemde comparant, geboren onder Goukens, Zoon van Pieter Faber en Dieuwke … op den vijfden der maand november 1817 des avonds ten vier uren, is overleden; en hebben de declaranten deze acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, nevens ons onderteekend. | Faber, Johannes Pieters (I4108)
|
1872 | In het jaar een duizend acht honderd negen en negentig, den negenentwintigsten der maand Augustus, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Jan Schegardus oud zeven en veertig jaren, van beroep leedaanzegger wonende te Dockum em Jan Willem Ferwerda oud negenentwintig jaren, van beroep ambtenaar ter secretarie wonende te Dockum welke ons verklaard hebben, dat Albertus Rouing, oud acht en zeventig jaren, geboren te Dockum, zonder beroep, wonende aldaar, weduwnaar van Faronica Visser, zoon van Henderikus Rouing en Geertruida Velt, beiden overleden, op den achtentwintigsten der maand Augustus dezes jaars des namiddags ten half zeven ure, in het huis Wijk C nummer tien te Dockum is overleden; waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, den aangevers voorgelezen en daatna met hen onderteekend. Akte 43 | Rouing, Albertus (I3796)
|
1873 | In het jaar een duizend acht honderd negen en negentig, den vierden dag der maand februari zijn voor Ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Bote Flapper, weduwnaar van Attje Steenbergen, oud zes en veertig jaren, arbeider, geboren en wonende te Greonterp, meerderjarige zoon van Dirk IJettes Flapper, overleden, en van Elske Franses Burkels, zonder beroep, wonende te Bolsward, in der tijdechtelieden; en Juliana Barbara Becker, oud acht en dertig jaren, zonder beroep, geboren te Driesum, wonende te Leeuwarden, meerderjarige dochter van Engelbertus Becker, bierbottelaar, wonende te Dockum en van Jette Elisabeth Kienstra, overleden, in der tijd echtelieden welke Ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van het huis der gemeente zijn geschied op Zondagen den twee en twintigsten en negen en twintigsten januari dezes jaars, telkens des middags ten twaalf ure, alsmede in de gemeente Wonseradeel op dezelfde zondagen blijkens overgelegd certificaat. Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter onzer kennis zijnde gebracht, hebben wij, aan hun verzoek voldoende, ieder der aanstaande echtgenooten afgevraagd: of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, waarop door hun een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren Wij in naam der wet, dat door den Echt aan elkander verbonden zijn: Bote Flapper en Juliana Barbara Becker. Een en ander in tegenwoordigheid van de navolgende getuigen: Jan Lutje Beerenbroek, oud vijftig jaren, Bernardus van Weenen van Noord, oud drie en zeventig jaren, Johannes Frederik Mijlius, oud zes en vijftig jaren, beambten ter secretarie dezer gemeente, en Jan van der Horst, oud veertig jaren, gemeentebode,allen alhier woonachtig en aan partijen vreemd. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt en na voorlezing met den bruidegom, de bruid en de getuigen onderteekend. Akte 10 | Gezin: Bote Flapper / Juliana Barbara Becker (F97)
|
1874 | In het jaar Een duizend acht honderd negen en tachtig den acht en twintigsten der maand Mei zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Lemsterland, Provincie Friesland, gecompareerd: Pieter Zeilstra oud negen en vijftig jaren, aanspreeker en Jan Bosma, oud zeven en dertig jaren, veldwachter wonende beide te Lemmer, welke ons verklaard hebben, dat Hendrik Postma oud negentig jaren, geboren te Lemmer, zonder beroep, wonende aldaar, weduwnaar van Akke van Kempen, zoon van Sietze Postma en Baukje Oijer, beiden overleden, op den zevenentwintigsten der maand Mei dezes jaars des namiddags ten vier ure is overleden, en hebben wij deze akte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve na zulks met ons hebben onderteekend. Akte 61 | Postma, Henricus Sietzes (I1269)
|
1875 | In het jaar Een duizend acht honderd negen en tachtig den vijf en twintigsten der maand mei, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leeuwarden, provincie Friesland, verschenen: Franciscus Johannes Berends, oud vier en twintig jaren, sigarenmaker, geboren te Dockum, wonende te Leeuwarden, meerderjarige zoon van Sijbrands Hendrikus Berends, sigarenmaker, en van Grietje Weiding, zonder beroep, echtelieden wonende te Leeuwarden, hierbij tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende, en Christina Martina Visser, oud vijf en twintig jaren, dienstbode, geboren te Arnhem, wonende te Leeuwarden, meerderjarige dochter van Walle Visser, schipper, en van Catharina Overmeer, zonder beroep, echtelieden wonende te Dockum, hierbij tegenwoordig mede hunne toestemming tot dit huwelijk gevende; welke Ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van het huis der gemeente zijn geschied op den tweeden en derden zondag der maand Mei dezes jaars, telkens des middags ten twaalf ure, Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk Onzer kennis zijnde gebragt, hebben Wij, aan hun verzoek voldoende, ieder der aanstaande echtgenooten afgevraagd: of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, waarop door hen een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren Wij in naam der wet, dat door den Echt aan elkander verbonden zijn: Francuscus Johannes Berends en Christina Martina Visser. Van al hetwelk wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jan Lutje Beerenbroek, oud veertig jaren, Bernardus van Weenen van Noord, oud drie en zestig jaren, Johannes Fredrik Mijlius, oud zeven en veertig jaren, beambten ter secretarie dezer gemeente, en Sikke Jansen, oud twee en vijftig jaren, gemeentebode, allen alhier woonachtig en aan partijen vreemd. En hebben de bruidegom, de bruid, zijn vader, hare ouders en de getuigen dezeakte na voorlezing nevens Ons onderteekend, hebbende de moeder van den bruidegom verklaard geen schrijven te hebben geleerd. akte 88 | Gezin: Franciscus Johannes Berends / Christina Martina Visser (F587)
|
1876 | In het jaar Een duizend acht honderd negen en veertig, den dertienden der Maand Januarij zijn voor ons ondergeteekende, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Harlingen verschenen: Johannes van Elst, oud eenenvijftig jaren, aanspreker en Petrus Posthuma, oud zesentwintig jaren, commies ter Secretarie, beiden wonende te Harlingen, welke ons verklaard hebben, dat Martinus Visser, oud vijfenzestig jaren, wafelbakker, geboren en wonende te Harlingen, man van Maria Nieuwenhuis, zonder beroep, aldaar, zoon van Johannes Visser en van Geertruida Schonenberg, beiden overleden, op den elfden der maand Januarij dezes jaars des nachts ten elf ure, in het huis staande in Wijk C, No.279 is overleden; en hebben wij deze Acte, aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve na zulks met ons hebben geteekend. | Visser, Martinus Johannes (I3996)
|
1877 | In het jaar een duizend acht honderd negen en veertig, den eersten der maand junij is voor ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Oegstgeest en Poelgeest, verschenen Casper Juffermans oud acht en dertig jaren, van beroep bouwman wonende alhier, welke ons verklaard heeft, dat Maria Kortekaas, zijne huisvrouw zonder beroep, alhier op den negen en twintigsten der maand mei dezes jaars, des middags ten twee ure, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornaam van Cornelis. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Henry Robert de Meer oud twee en dertig jaren, van beroep zonder en van Pieter Thepen oud negen en dertig jaren, van beroep bode wonende beide alhier. En is deze akte van geboorte, na gedane voorlezing, door den declarant en de beide getuigen met ons onderteekend. Akte 39 | Juffermans, Cornelis (I1480)
|
1878 | In het jaar een duizend acht honderd negen en veertig, den vierden der maand september zijn voor ons ambtenaar van den Burgerlijken stand van Hillegom, gecompareerd Hendrik Busman, ...., oud veertig jaren, wonende alhier en Jacobus Huisman, metselaar oud vier emn veertig jaren, wonende mede alhier welke ons verklaard hebben, dat op den vierden der maand september dezes jaars, des morgens ten tien ure, in het huis no honderd vier en negentig, alhier is overleden Jan van Maris, geboren alhier oud zeven en veertig jaren, daglooner, echtgenoot van Maria van der Elst, zoon van Willem van Maris, en van Petronelle Droog, gewoond hebbende in voornoemd huis. En is deze Akte van Overlijden, na gedane voorlezing door de declaranten met ons onderteekend. Akte 28 Akte 31 van 1861 In de kantlijn van de akte is als toevoeging aangegeven: Vroeger weduwnaar van Kaatje of Catharina van Dam. Aangegeven is dat deze toevoeging is gebaseerd op een gewijsde van de arrondissementsrechtbank te Leiden van 12 april 1861. Tevens een verwijzing naar gewijzigde akte nr 31 van 1861. | van Maaris, Joannes (I4570)
|
1879 | In het jaar een duizend acht honderd negen en veertig, den vijfden der maand november des voormiddags ten elf ure, is voor ons Wethouder der Stad Leijden, gedelegeerd Ambtenaar tot het werk van den Burgerlijken Stand deszelve Stad, verschenen Franciscus de Keuning oud zes en twintig jaren, winkelier wonende op de Haarlemstraat (?), welke ons heeft verklaard, dat Maria Theresia van der Blij, zijne huisvrouw, op den vijfden november achttienhonderd negen en veertig, des morgens ten acht ure, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Johanna Catharina. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacobus Johannes van der Blij wonende op het Rapenburg, oud twee en dertig jaren, zonder beroep en van Jacobus Theodorus van der Blij wonende op de Oude Singel oud vijf en twintig jaren, .... En is deze acte na gedane voorlezing door ons, de declarant en de getuigen onderteekend. Akte 1085 | de Keuning, Johanna Catharina (I1154)
|
1880 | In het jaar een duizend acht honderd negen en veertig, den zeven en twintigsten der maand October zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Rhijnsburg, verschenen, Hendrik Jacobus van Klaveren, oud vijf en vijftig jaren, van beroep schoonmaker en Jan van Egmond oud een en veertig jaren, van beroep landbouwer beiden in deze Gemeente woonachtig, welke ons hebben verklaard, dat op den zes en twintigsten van de maand October dezes jaars, des avonds ten acht ure in hethuis geteekend met numero vierendertig is overleden Gerrit Grimbergen oud twee en zestig jaren, geboren te Bijdebrug (Rijnsburg??) gewoond hebbende te Rijnsburg, hoefsmid, eerder weduwnaar van Lena Zwaan, laatst gehuwd met Margaretha van Rijn, zonder beroep, wonende alhier, zoon van Hendrik Grimbergen en Anna Bogaards, beiden overleden En hebben de comparanten deze akte, na gedane voorlezing, benevens ons geteekend. Aktenummer 223 | Grimbergen, Gerrit (I2128)
|
1881 | In het jaar een duizend acht honderd negen en vijftig, den achtsten dag der maand november, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Leeuwarden, Provincie Friesland, gecompareerd: Anskarius Schelto Stoffman, oud dertig jaren, kleermaker en Johannes Hendericus van den Broek, oud zeven en twintig jaren, kastenmaker, beide alhier woonachtig; welke ons hebben verklaard dat alhier op den zesden dag der maand november dezes jaars, des morgens te acht ure is overleden: Jacobus Petrus Terpstra, oud twee en zestig jaren, landbouwer, geboren en woonachtig te Leeuwarden, man van Janke Beckers, weduwnaar van Catharina Poelsma, en zoon van Petrus Jacobs Terpstra, en van Gatske Swart, beide overleden. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt, welke, na gedane voorlezing, door de comparanten met ons is geteekend. Akte 1243 | Terpstra, Jacobus Petrus (I2853)
|
1882 | In het jaar een duizend acht honderd negen en vijftig, den eersten dag der maand December zijn voor ons, Roelof van der Woude, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Dantumadeel, provincie Friesland, gecompareerd: GerritJan Hoek, oud vijf en veertig jaren, landbouwer, en Jan Harmens Merkus, oud negen en veertig jaren, ..., beide wonende te Driesum, geburen en geen aanverwanten der overledene, welke ons verklaard heben dat Juliana Engelbertus Vollenbroek, oud drie en zestig jaren, geboren te Driesum, zonder beroep, aldaar woonachtig, gehuwd met Nicolaas Joseph Bekker, linnenwever aldaar, docher van Engelbertus Vollenbroek en Janke Gielgouw (?), beiden overleden; op den dertigsten der maand November jongstledendes voormiddags ten 6 ure te Driesum is overleden en hebben wij eze acte aan de aangevers voorgelezen waarvan de eerste deze daarna met ons heeft getekend, verklarende de laatste niet te kunnen schrijven, ... Akte 1-12-1859 | Vollenbroek, Juliana Engberts (I1224)
|
1883 | In het jaar een duizend acht honderd negen en vijftig, den negenentwintigsten der maand Maart zijn voor ons, Georg Frederik Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Ambtenaar van den Burgerlijken stand der Gemeente Menaldumadeel , Provincie Friesland, verschenen: Jan Pieters Jorritsma, oud eenenvijftig jaren, landbouwer en Dirk Sjoerds Ruurda, oud zesenveertig jaren, timmermansknecht, beide woonachtig te Dronrijp, welke ons verklaard hebben dat Grietje Hermans Ahrens, oud zeven jaar, geboren en woonachtig te Dronrijp, dochter van Herman Ahrens, timmerman, woonachtig te Dronrijp en van Antje Hijltjes Kortrijk, overleden, op den achtentwintigsten der maand Maart des nachts ten halfdrie ure in het huis nommer honderd en drie te Dronrijp is overleden; en hebben wij deze Acte aan de aangevers voorgelezen die daarna met ons hebben onderteekend. Akte 68 | Ahrens, Grietje (I1673)
|
1884 | In het jaar een duizend acht honderd negen en vijftig, den tweeden dag der maand Maart zijn voor ons Georg Frederik Baren thoe Scheventzenbergen Morenlansberg Ambtenaar van den Burgerlijken stand der Gemeente Menaldumadeel provincie Frieslandverschenen: Rienk Sjoerds van der Meer oud negenendertig jaren en Pieter Gerrits Terpstra oud eenenzestig jaren, beide arbeiders, wonende te Menaldum, welke ons verklaard hebben, dat Jetske Wijbes Bouma, oud eenentachtig jaren. zonder beroep, geboren en wonende te Menaldum, weduwe van Hyltje Gerbens Kortrijk, dochter van Wijbe Douwes Bouma en Trijntje Lammerts Veltman, beide overleden, op den tweeden der maand Maart des nachts ten half vier ure in het huis nummer negentien te Menaldum is overleden; en hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen, die dezelve nazulks met ons hebben onderteekend. Aktenummer 45 | Bouma, Jetske Wijbes (I1616)
|
1885 | In het jaar een duizend acht honderd negen en vijftig, den zeventienden dag der maand maart zijn voor ons Roelof van der Woude, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dantumadeel, provincie Friesland, gecompareerd: Gerrit Jans Hoek oud vier en veertig jaren, landbouwer en Jan Harmens Merkus oud acht en veertig jaren, guardenier, beide wonende te Driesum, geburen en geen aanverwanten des overledenen welke ons verklaard hebben, dat Geert Hendrik Becker oud vier en twintig jaren, geboren te Driesum, zonder beroep wonende aldaar, zijnde ongehuwd, zoon van Nicolaas Jozefs Becker linnenwever en Juliana Engelbertus Vollenbroek, zonder beroep echtelieden wonende te Driesum, op den vijftienden der maand maart des namiddags ten twaalf ure, te Driesum is overleden; en hebben wij deze Acte aan de aangevers voorgelezen, die deze daarna met ons hebben geteekend. Pagina 11 | Becker, Geert Hendrik (I2860)
|
1886 | In het jaar Een duizend acht honderd negen en zestig, den achtsten dag der maand September zijn voor ons ondergetekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Menaldumadeel, Provincie Friesland, verschenen: Hermann Ahrens, oud drie en twintig jaren, geboren te Menaldum, timmerknecht, wonende te Dronrijp, meerderjarige zoon van Herman Ahrens, timmerman, wonende te Dronrijp, hierbij tegenwoordig, tot het voorgenomen huwelijk zijne toestemming gevende, en Antje Hijltjes Kortrijk, overleden, en Helena Sophia Vinken, oud twee en dertig jaren, geboren te Leeuwarden, winkeliersche, wonende te Dronrijp, meerderjarige dochter van Conradus Vinken, rentenier, en Wilhelmina Pietersen, echtelieden wonende te Dronrijp. die ons verzocht hebben, het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen alhier zonder stuiting hebben plaats gehad op Zondagen den negenentwintigsten Augustus en vijfden September laatstleden. En hebben de Comparanten aan ons overgelegd: hunnen geboorteacten, doodacte van der bruidengoms moeder en certificaat van voldoening aan de militie door den bruidegom. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getroudelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken staat verbonden zijn; waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der wet verklaard, dat Hermann Ahrens en Helena Sophie Vinken voornoemd door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan acte, opgemaakt in tegenwoordigheid van Dirk Stellingwerf, oud drie en vjftig jaren, klerk, Ids van der Ploeg, oud veertig jaren, klerk, Christiaan Michiel de Vries, oud vier en zestig jaren, politiebode, en Meester Augustinus Goztius van Dalsen Fontein, oud zeven en vijftig jaren, Secretaris van Menaldumadeel, de drie eersten te Menaldum en de laatste te Dronrijp woonachtig, allen aan de gehuwden vreemd. Welke getuigen deze acte, na voorlezing, nevens de gehuwden, de bruidegoms vader en ons onderteekend hebben. Akte 69 | Gezin: Hermann Ahrens / Helena Sophia Vinken (F308)
|
1887 | In het jaar een duizend acht honderd negen en zestig, den achttienden der maand february, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Petrus Henricus van der Woud, oud zes en zestig jaren, leedaanzegger, en Lammert Frankema, oud vijf en twintig jaren, secretariebeambte, beiden wonende te Dockum, geen bloed en aanverwanten van de na te noemen overledene, welke ons verklaard hebben, dat Elisabeth Timans, oud twee en tachtig jaren en elf maanden, zonder beroep, geboren te Harlingen, wonende te Dockum, weduwe van Hermanus Visser, dochter van Harmen Timans en Fokeltje Wiebes, beiden overleden, indertijdechtelieden, op den zestienden der maand februari dezes jaars des avonds ten elf ure, in het huis wijk A nummer achttien is overleden; en hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen en daarna met hen onderteekend. Akte 19 | Timans, Elisabeth Harmens (I1197)
|
1888 | In het jaar een duizend acht honderd negen en zestig, den veertienden der maand november zijn voor Ons benoemd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, Provincie Zuid-Holland, Arrondissement Leijden, in het huis der Gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan Nicolaas de Groot, jongeman, oud vier en twintig jaren, van beroep bouwman, geboren te Noordwijk, meerderjarige zoon van Pieter de Groot, van beroep bloemist en van Apolonia van der Weijden, zonder beroep, wonende allen te Noordwijk, en Theodora Juffermans, jonge dochter, oud twee en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, minderjarige dochter van Kasper Juffermans, van beroep bouwman, wonende mede alhier, en van Maria Kortekaas, overleden. Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis gebragt zijnde, waarvan de afkondigingen voor de deur van het gemeentehuis alhier zijn geschied, namelijk: de eerste op Zondag den een en dertigsten october en de tweede op Zondag den zevenden november beide van het jaar achttien honderd en negen en zestig, hebben de comparanten aan ons overgelegd: Vooreerst een bewijs van voldoening aan de Nationale Militie door den Bruidegom, ten tweede beider geboorteacten, ten derde de overlijdensacte van de moeder der Bruid, ten vierde het bewijs dat de beide Huwelijksafkondigingen te Noordwijk zonder stuiting hebben plaats gehad en ten vijfde een bewijs houdende magtiging van den Kolonel kommanderende het derde regiment infanterie, tot het aangaan van dit Huwelijk. De ouders van den Bruidegom en de vader der Bruid alhier tegenwoordig hebben verklaard hunne toestemming tot de voltrekking van dit huwelijk te geven. En de comparanten in het openbaar afgevraagd hebbende, of zij elkander aannemen tot echtgenoot en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen toestemmend beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Theodorus Juffermans, oud twee en dertig jaren, bouwman wonende alhier, broeder der bruid Hendricus Juffermans, oud dertig jaren, bouwman, broeder der bruid, wonende alhier Matthijs Grimbergen, oud negen en twintig jaren, smid wonende te Rhijnsburg en Hendricus Jacobus Rietmeijer, oud acht en twintig jaren, bouwman, wonende te Noordwijk, zwager der Bruid. En is na gedane voorlezing door de beide comparanten, den vader en moeder van den Bruidegom, den vader der Bruid en de vier getuigen met ons onderteekend. Akte 5 | Gezin: Nicolaas de Groot / Theodora Juffermans (F1682)
|
1889 | In het jaar een duizend acht honderd negen en zeventig, den negenden mei des voormiddags ten elf ure, zijn voor ons ondergeteekende Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Zoeterwoude, gecompareerd, ten einde een Huwelijk aan te gaan Cornelis Berg, oud zesentwintig jaren, arbeider, geboren te Warmond, wonende te Zoeterwoude, meerderjarige zoon van Petrus Berg overleden en Hester Molekamp, zonder beroep, wonende te Warmond en Maria van Haastregt, oud zevenentwintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Zoeterwoude, meerderjarige dochter van Cornelis van Haastrecht, overleden en van Jannetje Lagerberg, zonder beroep, wonende te Zoeterwoude. Zijnde de moeder van de bruidegom en de moeder der bruid alhier tegenwoordig hunne toestemming tot dit huwelijk gevende. En hebben zij aan ons overgelegd: ten eersten hunne geboorteacten ten tweede de doodacten van den vader der bruidegom en van den vader der bruid en ten derde het bewijs dat de bruidegom heeft voldaan aan de wet op de nationale militie. Welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen Huwelijk te voltrekken; waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van het Raadhuis hebben plaats gehad, namelijk de eerste op zondag den zevenentwintigsten April en de tweede op zondag den vierden mei achttienhonderdnegenenzeventig. Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis zijnde gebracht, hebben wij, aan hun verzoek voldoende, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, aan ieder der aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander tot man en vrouw willen nemen, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, waarop, door elk derzelven afzonderlijk, een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren wij, in naam der Wer, dat Cornelis Berg en Maria van Haastregt door den echt aan elkander zijn verbonden, waarvan wij deze Akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Petrus Vlasveld, gemeentebode, oud achtenvijftig jaren, Jan de la Rie, veldwachter, oud negenenveertig jaren, Jan Willemsen, verldwachter, oud negenendertig jaren, Dominicus van Aboul (?), timmerman, oud achtenzestig jaren, wonende allen te Zoeterwoude, Zijnde geen der getuigen familie van den bruidegom of de bruid. En hebben de comparanten met de getuigen en ons na voorlezing alhier geteekend. Akte 20 | Gezin: Cornelis Berg / Maria van Haastregt (F1262)
|
1890 | In het jaar een duizend acht honderd negen en zeventig, den twee en twintigsten der maand mei zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Rhijnsburg, in het huis der Gemeente gecompareerd: Johannes Juffermans, landbouwer, een en dertig jaar, geboren en wonende te Oegstgeest, meerderjarige zoon van Jan Juffermans en van Maria Havig, beide overleden, weduwnaar van Anna de Groot - En - Margaretha Grimbergen, zonder beroep, oud zes en twintig jaar, geboren en wonende te Rhijnsburg, meerderjarige dochter van Hendrik Grimbergen en van Elizabeth van Schie, beide overleden. Overleggende hun beider geboorte extract, zoomede de overlijdensacte van de vorige echtgenoote des bruidegoms en die der ouders van de bruid. En verzochten de Comparanten het door hen voorgenomen Huwelijk te voltrekken, waarvan de vereischte afkondigingen zijn gedaan te Rhijnsburg en te Oegstgeest, nadat bevorens was overgelegd een Certificaat ten blijke dat de bruidegom aan zijne verpligting nopens de Nationale Militie had voldaan, hebben de voorgeschreen afkondigingen plaats gehad den elfden en achttienden dezer. Geene verhinderingen tegen gemeld Huwelijk ter onzer kennis gekomen zijnde, hebben wij de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander tot man en vrouw willen nemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, waarop door ieder van hen afzonderlijk, in tegenwoordigheid der getuigen, een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij, in naam der Wet dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van de navolgende getuigen. Jan Juffermans, zes en veertig jaren, landbouwer te Oegstgeest, broeder van den bruidegom, Dirk van Schie, negen en vijftig jaar, landbouwer te Rhijnsburg, oom van de bruid, Wouter Lagerberg, oud een en veertig jaar, landbouwer te Rhijnsburg, zwager van den bruidegom en Matthijs Grimbergen, acht en dertig jaren, smid te Rhijnsburg, broeder van de bruid, die deze acte na gedane voorlezing nevens ons en de Comparanten hebben geteekend. Akte 10 | Gezin: Johannes Juffermans / Margaretha Grimbergen (F1678)
|
1891 | In het jaar een duizend acht honderd negen en zeventig, den vijfentwintigsten dag der maand januarij zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Franeker, Provincie Friesland, gecompareerd: Pier Leeuwrik oud een en veertig jaren, binnenvader en Abe Cuperus oud zes en zestig jaren, klerk, beide wonende te Franeker welke ons verklaard hebben, dat Jacoba Hendriks Postma oud twee en veertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Lemmer, dochter van Hendrik Sijtzes Postma, overleden, en van Akke Jacobus van Kempen, zonder beroep, wonende te Lemmer op den drieentwintigsten dag der maand Januarij laatstleden des avonds ten tien ure in de huizing wijk J.W. Niemen zesentwintig alhier is overleden, en hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve na zulks met ons hebben geteekend. Akte 14 | Postma, Jacoba (I1282)
|
1892 | In het jaar Een duizend acht honderd negenendertig, den twaalfden dag der maand April des voordemiddags ten tien uren is voor ons ondergeteekende Georg Frederik Baron thoe Schwartzenberg en Hokenlansberg, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Grietenij Menaldumadeel verschenen: Johannes Hijltjes Kortrijk, van beroep Arbeider, oud vier en twintig jaren, wonende te Dronrijp in het huis nummer een honderd twee en twintig, welke ons heeft verklaard dat op den elfden der maand April dezes jaars des morgens ten zeven uren ten zijnen huize is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht uit Akke Aukes Postma, zonder beroep wonende ten zijne huize zijne echtgenote welk kind zal genaamd worden Jetske. Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Auke Jans Ferwerda, van beroep Verversknecht, oud vier en zeventig jaren, en Wijbren Wijbrens Slagerhuis, van beroep Herbergier, oud drie en dertig jaren, beide wonende te Marssum en is deze akte door ons benevens de comparant en de getuigen na voorlezing onderteekend. | Kortrijk, Jetske Johannes (I2202)
|
1893 | In het jaar Een duizend acht honderd negenendertig, den vijfentwintigste der maand Junij des voormiddags ten elf uren, is voor ons Grietman, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Grietenij Lemsterland, Provincie Vriesland, gecompareerd: Hendrik Sietses Postma, oud veertig jaren, Logementhouder, wonende in de Lemmer. Dewelke ons verklaarde, dat een kind van het mannelijk geslacht geboren is in de Lemmer op den vierentwintigste Junij achttienhonderd negenendertig des morgens ten twee uren uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Akke Jacobus van Kempen, zonder beroep aldaar, …. , aan welk kind hij verklaarde den naam te zullen geven van Pieter. Gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Christiaan Hendrik Kempes, oud twee en vijftig jaren, van beroep baarscheerder, en Nolke Hijlkes Hoekstra, oud vijf en vijftig jaren, kastelein, beiden in de Lemmer woonachtig. En hebben de vader en de getuigen deze acte na gedane voorlezing nevens ons onderteekend. Pagina 46 | Postma, Pieter (I1283)
|
1894 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig den derden der maand december, des voormiddags ten elf ure, zijn voor ons Grietman, Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Lemsterland, Provincie Vriesland, gecompareerd Auke Jelles Bekema, sjouwer oud eenenvijftig jaren en Pieter Flazes Zwigt, voerman oud vierendertig jaren, beide in de Lemmer woonende, welke ons verklaard hebben, dan Sietse Pieters Postma, Kastelein, woonende in de Lemmer en geboren te Soestdijk, zoon van Pieter Postma en Aaltje Pieters en weduwnaar van Baukjen Jans, in den ouderdom van acht en vijftig jaren op den derden der maand december des nachts ten een uren in de Lemmer overleden is. En hebben de declaranten deze acte nadat hun dezelve was voorgelezen neven ons onderteekend. Pagina 69 | Postma, Sietze Pieters (I1621)
|
1895 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig den vierentwintigsen der maand November, zijn voor ons ondergeteekende, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der te Harlingen verschenen Jan Riddersma, oud negenenveertig jaren, werkman, en Petrus Posthuma, oud zesentwintig jaren, commies ter Secretarie, beiden wonende te Harlingen, welke ons verklaard hebben dat Bernardus Visser oud een zesenvijftig jaren, werkman, geboren en wonende te Harlingen, weduwnaar van Aaltje Germens Overmeer, zoon van Johannes Visser en van Geertruida Schoonenberg, beiden overleden; Op den drieentwintigsten deze maand Novemer dezes jaars, des middags ten twaalf uur, in het huis staande in Wijk H, No.196 is overleden; en hebben wij deze acte aan de aangevers voorgelezen, welke dezelve van zulks met ons hebben geteekend | Visser, Bernardus (I3991)
|
1896 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig, den eenentwintigsten der maand Maart, des voormiddags ten elf uren, zijn voor ons Grietman, Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Haskerland, Provincie Vriesland, gecompareerd: Hendrik Sijtses Postma, oud negen enm twintig jaren, kastelein, wonende te Joure, welke ons heeft verklaard, dat op den negentienden dag dezer maand Maart, des namiddags ten vier uren te Joure, uit hem declarant en deszelfs huisvrouw Antje Ruurds Wiersma, oud zeven en twintig jaren, zonder beroep, mede te Joure wonende, is geboren een kind van het mannelijk geslacht aan hetzelve de voorneman van Albertus Hendriks gevende. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Gellius Anthonij de Jong, oud vijf en twintig jaren, schoenmaker en Jan Pieters van der Meulen, oud vier en twintig jaren, klerk, beiden wonende te Joure. En hebben de vader en de getuigen deze akte van geboorte, na gedane voorlezing, nevens ons onderteekend. Pagina 23 achterzijde | Postma, Albertus Hendriks (I1275)
|
1897 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig, den negentienden der maand Augustus des voormiddags ten elf uren, is voor ons Grietman Officier van den Burgerlijken Stand der Grietenij Dantumadeel Provincie Vriesland, gecompareerd: Nicolaas Jozeph Beckers oud zesendertig jaren linnenwever woonachtig te Driesum welke ons heeft voorgesteld een kind van het mannelijk geslacht geboren te Driesum op maandag den zeventienden dezer maand Augustus des avonds ten elf ure, uit hem comparant en uit deszelfs huisvrouw Juliana Vollenbroek oud tweeendertig jaren; welk kind den comparant verklaarde te noemen Fredericus. Bovengemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Herman Daum oud vijfendertig jaren linnenwever en Andries Joekes Heep oud dertig jaren klerk ter secreatrie dezer Grietenij beide woonachtig te Rinsumageest. De getuigen hebben deze acte van geboorte na gedane voorlezing benevens ons onderteekend verklarende den comparant niet te kunnen schrijven als zulks niet geleerd te hebben. Pagina 63 | Beckers, Fredericus (I1223)
|
1898 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig, den zesentwintigsten der maand Maart is bij ons Burgemeester Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Harlingen provincie Vriesland, ontvangen een extract uit het Register van overledenen in de Stad Ommen waaruit geblijkt dat Johannes Visser oud elf jaren, zonder beroep, ongehuwde zoon van Bernardus Visser en Aaltje Gerbens Overmeer, kolonisten in de Ommerschans, op den zesentwintigsten der maand Februarij dezes jaars des nagts ten twaalf uren, in het huis staande aldaar no= is overleden. | Visser, Johannes (I3923)
|
1899 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig, den zevenentwintigsten der maand Julij is bij ons Wethouder, Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Harlingen, Provincie Vriesland ontvangen een Extract uit het register de overlijdenactes in de Gemeente Ommen waaruit geblijkt dat Cecilia Visser zonder beroep en ongehuwd, oud ruim vijf jaren, dochter van Bernardus Visser en Aaltje Gerbens Overmeer, kolonisten in de Ommerschans op den vijftienden der maand April dezes jaars des morgens ten ach uren, in het huis staand Straat no= is overleden. | Visser, Cicilia (I3921)
|
1900 | In het jaar Een duizend acht honderd negenentwintig, den zeventienden der maand Mei des voormiddags ten elf uren, zijn voor ons Wethouder, Officier van den Burgerlijken Stand der Gemeente Franeker, Provincie Vriesland, gecompareerd Joannes Franciscus Kienstra, oud acht en twintig jaar, koperslager, geboren en woonachtig te Dokkum, meerderjarige zoon van Franciscus Kienstra, koperslager, en Barbara Flierl, echtelieden mede te Dokkum woonachtig, en hunne toestemming tot dit huwelijk gevende blijkens Notariele Acte opgemaakt te Dokkum den twaalfden dezer maand en den veertienden daaraanvolgend ten kantore aldaar geregistreerd. Trijntje Hijltjes Kortrijk, oud zes en twintig jaren, dienstmeid, geboren te Menaldum en woonachtig in deze Gemeente, meerderjarige dochter van Hijltje Gerbens Kortrijk, kooltjer en Jetske Wijbes Bouma, echtelieden te Menaldum, hierbij tegenwoordig en hunne toestemming tot dit huwelijk gevende. Welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen geschied zijn voor de hoofddeur van ons huis der Gemeente op den vierden der vorige en eersten zondag dezer maand des voormiddags om elf uren, alsmede in de Stad Dokkum op dezelfde zondagen. Geene verhindering tegen gemeld huwelijk ter onzer kennisse gekomen zijnde, hebben wij aan hun verzoek voldoende na voorlezing der hiertoe betrekkelijke stukken alsmede van het zesde hooddeel van de Titel van het Burgerlijk Wetboek over het huwelijk ieder der aanstaande echtgenoten afgevraagd, of zij elkander wederkerig tot man en vrouw wilden nemen, waarop door elk dezelven een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij in naam der wet dat Joannes Franciscus Kienstra en Trijntje Hijltjes Kortrijk door het huwelijk zijn verbonden. Aldus gepasseerd in tegenwoordigheid van Hijltje Gerbens Kortrijk, oud vier en vijftig jaren, voornoemd, Jan Georg Flier, oud vier en zestig jaar, grolsmid, oom van den bruidegom, Gerardus Kienstra, oud dertig jaar, koperslager, broeder van den bruidegom en Ana Andringa, oud vijftig jaar, Landbouwer, den bruidegom noch bruid in den bloede bestaande, de drie laatstgenoemden in deze gemeente woonachtig, alle als getuigen, welke na voorlezing deze Acte met ons benevens den bruidegom en bruid hebben ondertekend, behalve de moeder van de bruid welke verklaarde niet te kunnen schrijven. Pagina 17 | Gezin: Joannes Kienstra / Trijntje Hijltjes Kortrijk (F1708)
|