Aantekeningen |
Getrouwd:
- In het jaar Negentienhonderd, den twee en twintigsten der maand Mei, zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Rhijnsburg, in het huis van de Gemeente, gecompareerd:
Gerardus Johannes Lubbe, drie en twintig jaar, geboren te Oegstgeest, meerderjarige zoon van Theodorus Lubbe, beiden bloembollenkweker en van Johanna Jacoba Nijssen, zonder beroep, allen wonende te Oegstgeest en
Catharina Maria Grimbergen, twee en twintig jaar, zonder beroep, geboren te Rhijnsburg, minderjarige dochter van Matthijs Grimbergen, smid en van Gijsbertha Juffermans, zonder beroep, allen wonende alhier.
De ouders van den bruidegom en de vader van de bruid alhier mede comparerende verklaarden hunne toestemming tot dit huwelijk te geven terwijl de laatste alsnog verklaarde dat de toestemming tot dit huwelijk aan de moeder van de bruid is gevraagd geweest.
Door Bruidegom en Bruid zijn overgelegd de bij de Wet gevorderde stukken.
En verzochten de Comparanten het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de vereischte afkondigingen zijn gedaan te Rhijnsburg en te Oegstgeest den zesden en dertienden Mei dezes jaars.
Geene verhindering tegen gemeld huwelijk ter onzer kennis gekomen zijnde, hebben wij de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander tot man en vrouw willen aannemenen getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, waarop door ieder van hen afzonderlijk, in tegenwoordigheid der getuigen, een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaarden wij, in naam der Wet, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden.
Waarvan akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van de navolgende getuigen:
Gerardus Lubbe, een en veertig jaar, gemeenteontvanger, oom van den bruidegom, Jan Lubbe, zes en twintig jaar, bloemist, broeder van de bruidegom, Gerardus Balk, acht en twintig jaar, bloemist, zwager van de bruid, allen wonende te Oegstgeest en Hendrik Johannes Grimbergen, zes en twintig jaar, smid, broeder der bruid te Rhijnsburg die deze acte na voorlezing nevens ons en de comparanten hebben geteekend.
Akte 12
|