Aantekeningen |
Getrouwd:
- In het jaar negentienhonderd den drieentwintigsten mei, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Leiden, op het Raadhuis verschenen:
Hendricus Daniel Balk, oud zevenentwintig jaren, bloemist geboren en wonende te Oegstgeest, meerderjarige zoon van Adrianus Balk, tuinman en van Catharina Ketelaar, zonder beroep, beide wonende te Oegstgeest, beide alhier tegenwoordig en toestemmende; overleggende zijne geboorte_acte en het militiebewijs; en
Maria Schumacher, oud vierentwintig jaren, zonder beroep, geboren te Maastricht, wonende te Leiden, weduwe van Wilhelmus Antonius van der Westen, meerderjarige dochter van Joannes Schumacher, overleden en van Anna Maria Hubertina Daemen, zonder beroep, wonende te Maastricht, overleggende hare geboorte_acte en de doodacte van haren man;
Welke aan ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen zijn geschied binnen deze gemeente en te Oegstgeest.
Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter onzer kennis zijnde gebracht, hebben wij, aan hun verzoek voldoende, in tegenwoordigheid van de na te noemen getuigen, aan den bruidegom en de bruid afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop door elk hunner afzonderlijk een toestemmend en bevestigend antwoord zijnde gegeven: verklaren wij in naam der wet, dat Hendricus Daniel Balk en Maria Schumacher door het huwelijk vereenigd zijn. Waarvan wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Gerardus Balk, oud achtentwintig jaren, bloemist wonende te Oegstgeest, broeder van den bruidegom, Hendricus Johannes Grimbergen, oud zesentwintig jaren, smid, wonende te Rhijnsburg, Clement Zwanenburg, oud vijfentwintig jaren, winkelbediende, Teunis Zwanenburg, oud negenentwintig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Leiden. En is deze acte na voorlezing door ons, den bruidegom, de bruid, de ouders van den bruidegom en de drie eerste getuigen geteekend, verklarende de vierde getuige niet te kunnen schrijven, hebbende hij het niet geleerd.
Akte 126
|