Aantekeningen |
Getrouwd:
- In het jaar duizend achthonderd en vierenvijftig, den twaalfden der maand Maart zijn voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Groningen, Arrondissement en Provincie Groningen, in het huis dezer Gemeente verschenen Gerhardus Harmens Visser geboren te Balk, gemeente Gaasterland, bijna acht en dertig jaren oud, van beroep Wafelbakker, wonende in een Schip, thans liggende te Groningen weduwnaar van Maria Catharina Siersema meerderjarige zoon van Harmen Visser, van beroep wafelbakker, en van Elisabeth Thimans, zonder beroep, wonende te Dockum als Bruidegom ter eene; en
Johanna Charlotta Puttener geboren te Zwolle, oud een en veertig Jaren, zonder beroep, wonende in een Schip weduwe van Henderikus ten Wolde, Harmszoon, meerderjarige dochter van wijlen Jan Merten Puttener, in leven van beroep verver, overleden te Zwolle, en van Johanna Theunissen, van beroep Koopvrouw, wonende in een Schip als Bruid ter andere zijde;
Welke ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan en daartoe aan ons ter hand stellende: 1e. de akte van geboorte van den Bruidegom, waaruit blijkt, dat hij is geboren den negentienden Maart achttienhonderd en zestien te Balk, gemeente Gaasterland; 2e. de akte van geboorte van de Bruid, waaruit blijkt, dat zij is geboren den twaalfden Maart achttienhonderd en dertien te Zwolle; 3e. Uittreksel uit een register de Akten van overledenen te Groningen, waar uit blijkt, dat Bruidegoms vorige vrouw aldaar op den negentienden Januarij achttienhonderd en drieƫnvijftig is overleden; 4e. Extract uit een overlijdensregister der Gemeente Meppel, waaruit blijkt, dat Bruids vorige man aldaar op den eersten December achttienhonderd en eenenvijftig is overleden; 5e.Uittreksel uit het register der akten van Huwelijksafkondigingen alhier, dewelke zonder stuiting zijn afgeloopen; 6e.Twee certificaten van onvermogen, afgegeven door den Burgemeester dezer gemeente ten behoeve van Bruidegom en Bruid; hebben de Bruidegom en Bruid onder eede verklaard, eerder genoemde, dat hij volgens gebruik deze voornaam zijns vaders heeft aangenomen in den tweeden naamval en dien ten gevolge ook in de door hem overgelegde in den 3e. aangehaalde overlijdensakte zijner vorige vrouw Gerhardus Harmens Visser is genoemd, en laatst gemelde, dat het door haar overgelegde onder 4e. vermelde stuk, is de overlijdensakte van haar vorige man hoewel zij daarin waarschijnlijk door een schrijffout Johanna Charlotta Puttenaar is genoemd.
Waarna de aanstaande Echtgenooten, elke afzonderlijk aan ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot Echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn; zoo hebben wij Ambtenaar voornoemd, in naam der Wet verklaard, dat Gerhardus Harmens Visser en Johanna Charlotta Puttener bovengenoemd door den Echt aan elkander verbonden zijn.
Voorts hebben wij de aan ons ter hand gestelde stukken gehecht aan het eene dubbele van dit Huwelijks-register en daar van dadelijk deze akte opgemaakt en in de beide dubbelen van het Huwelijksregister dezer Gemeente ingeschreven.
Gedaan in tegenwoordigheid van: 1e. Petrus Madiol, oud vijf en veertig jaren, van beroep Koopman; 2e. Ludof Jans Mulder, oud drie en veertig jaren, van beroep gruttersknecht; 3e. Joannes Theodorus Kubbenga, oud zeven en dertig jaren, van beroep leedaanzegger; en 4e. Andries Kooren, oud zesendertig jaren, van beroep Koopman, alle wonend te Groningen, geen bloed- of aanverwanten van de Echtgenooten, als hiertoe door de belanghebbenden verzochte getuigen.
En is deze akte na gedane voorlezing door de Echtgenooten en de getuigen nevens ons geteekend, verklarende de Echtgenoote niet te kunnen schrijven, op dag, maand en jaar als boven.
Pagina 45
|