- In het jaar een duizend acht honderd vijfendertig, den tweeentwintigsten der maand Januarij, des voordemiddags ten elf uren, zijn voor ons, Sjoerd Simons Wijma, Wethouder der Stad Harlingen, aan den welken de Burgemeester bij besluit van den negenentwintigsten december des vorigen jaars heeft opgedragen de functien van Officier van den Burgerlijken Stand gecompareerd: Johannes Alderts van der Zee, oud vijf en twintig jaren, wafelkramer, geboren en wonende te Harlingen, behoorende tot deMobiele Vriesche Schutterij, de nodige toestemming hebbende, afgegeven door den Heer Majoor van gezegde Schutterij te Leeuwarden den dertienden dezer maand, meerderjarige zoon van Aldert Herms van der Zee, in leven wafelbakker en van Boukje JohannisVisser, indertijd echtelieden te Harlingen, aldaar beide overleden, de eersteden drieentwintigsten Februarij achttienhonderd twee en dertig, en de laatste genoemd den zesden November achttienhonderd en achttien, Kleinzoon van Vaderszijde van Harmen Ales van der Zee en Anna Nollis en aan moederszijde van Johannes Visser en van Geertruida Schonenberg, allen voor veele jaren ter dezer steede overleden, alles blijkens doodextracten van den tienden Januarij jongstleden en extract van een bijlaag overgelegd bij de huwelijksacte van Hermanus Alderts van der Zee en Maria Hermanis Bloemers thans berustende ter Griffie van de Regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Leeuwarden en Gertruda Bloemers oud acht en dertig jaren, zonder bepaald beroep, geboren en wonende te Harlingen, meerderjarige dochter van Manis Durks Bloemers, in leven Weever ten genoemde steede, aldaar overleden den tweeentwintigsten April achttienhonderd en zestien blijkens doodextract van den tienden Janurij laatstledenen van Trijntje Douis, zonder bedrijf, wonende te Harlingen hier tegenwoordig en hare toestemming gevende, Weduwe van Dirk Visser te Middelburg overleden den vijftienden Julij achttienhonderd drie en dertig, blijkens doodacte van den drieentwintigsten October des vorigen jaars.
Dewelke ons verzocht hebben, het door hun voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen alhier voor de hoofddeur van het Huis der Gemeente zijn geschied op den elfden en achttienden van deze maand, telkens des middags ten twaalf uren hebben Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk bij ons ingekomen zijnde, hebben wij aan hun verzoek voldoende na voorlezing van de daartoe betrekkelijke stukken en van het Zesde Hoofdstuk van den titel van het Burgerlijk Wetboek, tot opschrift hebbende het Huwelijk de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander wederkeerig tot man en vrouw wilden nemen, waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord is gegeven, verklaren wij in naam der Wet dat Johannes Aalderts vander Zee en Gertruda Bloemers voornoemd door het huwelijk verbonden zijn.
Van al hetwelk wij Acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Marten Johannes Visser, oud vijftig jaren, wafelbakker, Oom van de Bruidegom, Berend Johannes Pol, oud zeven en zestig jaren, Wijbe Hijlkes Overmeer, oud zes en dertig jaren, beide vanberoep Wafelbakkers en Bernardus Nieuwenhuis, oud acht en dertig jaren, van beroep Weever, alle drie laatst genoemden goede bekenden van de contractanten, wonende allen te Harlingen, van welke de eerste en twee laatst genoemde getuigen, met de Bruidegom deze Acte nadat hun dezelve was voorgelezen, met ons hebben onderteekend, verklarende de Bruid en hare moeder, benevens de tweede getuige niet kunnen schrijven.
|
Wal's Genealogie
1797 - Ja, datum echter onbekend
