- In het jaar een duizend acht honderd acht en zestig, den elfden dag der maand april is voor ons ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd: Engelbertus Beckers oud vijf en dertig jaren, van beroep Opzigter in het werkhuis van behoeftigen wonende te Dockum, welke ons verklaarde dat op den tienden dezer maand des namiddags te twee uur te Dockum een kind van het mannenlijk geslacht is geboren uit Anna Cornelia Kienstra, oud negen en twintig jaren, zonder beroep, zijne huisvrouw, wonende te Dockum, aan welk kind hij verklaarde de voornamen te geven van Johannes Georgius.
De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Theodorus Blumers, oud vijf en veertig jaren, van beroep wever en van Marten Nijhuis, oud een en derig jaren, van beroep arbeider, beide wonende te Dockum. Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt, welke, nadat zij was voorgelezen, door ons, den comparant en de getuigen is onderteekend.
Akte 44
|
- In het jaar een duizend acht honderd twee en zeventig, den zeven en twintigsten der maand november, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd:
Petrus Henricus van der Woud, oud negen en zestig jaren, leedaanzegger, en Lammert Frankema, oud negen en twintig jaren, secretariebeambte, beide wonende te Dockum, geen bloed of aanverwanten van de na te noemen overledene, welke ons verklaard hebben, dat Johannes Georgius Beckers, oud vier jaren, geboren in het jaar achttien honderd acht en zestig te Dockum, zonder beroep, wonende aldaar, minderjarige ongehuwde zoon van Engelbertus Beckers, opzigter in het werkhuis, en Anna Cormelia Kienstra, zonder beroep, echtelieden wonende te Dockum, op den zes en twintigsten der maand november dezes jaars, des namiddags ten twee ure, in het huis wijk C nummer tweehonderd vier en vijftig is overleden; en hebben wij deze akte aan de aangevers voorgelezen en daarna met hen onderteekend.
Akte 152
|