Tekst |
In het jaar negentienhonderd en negentien, den vijfden juni zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Sasseneheim op het Raadhuis verschenen:
Adrianus Berg oud zeven en twintig jaren, geboren te Warmond, wonende te Sassenheim, van beroep bloemistknecht, meerderjarige zoon van Cornelis Berg, oud acht en zestig jaren, bloemistknecht en van Johanna van der Reep, oud drie en zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Sassenheim, beiden hierbij tegenwoordig en tot dit huwelijk hunne toestemming gevende; en
Anna Helena Schrama, oud zes en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Sassenheim, doch binnen de laatste zes maanden te Heemstede, meerderjarige dochter van Hendrikus Schrama, overleden en van Helena Duinhoven, oud twee en vijftig jaren, zonder beroep, wonende te Sassenheim, hierbij tegenwoordig en tot dit huwelijk hare toestemming gevende,
welke aan ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondiging is geschied binnen deze gemeente en te Heemstede.
Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter onzer kennis zijnde gebracht, hebben wij, aan hun verzoek voldoende, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, aan den bruidegom en de bruid afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; waarop door elk hunner afzonderlijk een toestemmend en bevestigend antwoord zijnde gegeven verklaren wij in naam der wet, dat:
Adrianus Berg en Anna Helena Schrama door den echt aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen zijn tegenwoordig Antonius Berg, oud zeven en dertig jaren, bloembollenkweker en Petrus Berg, oud vijf en dertig jaren, bloemistknecht, beiden wonende te Sassenheim, beiden broeder van de bruidegom, Cornelia Schrama, oud vijf en twintigjaren, bloemistknecht en Theodorus Schrama, oud vier en twintig jaren, bloemistknecht, beiden wonende te Sassenheim, beiden broeder van de bruid.
Waarvan akte welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Akte 8 |