| Tekst |
Heden den twee en twintigsten september negentienhonderd twee-en-dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum verschenen teneinde een huwelijk aan te gaan:
Johannes Gerardus Visser, oud dertig jaren, monteur, geboren en wonende te Dockum, meerderjarige zoon van Harmanus Wibertus Visser, koopman, wonende te Dockum, en van Johanna Beckers, overleden, en
Aukje de Graaf, oud twee en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Dockum, binnen de laatste zes maanden te Wierum, meerderjarige dochter van Hijlke Jans de Graaf, slager, wonende te Monster en van IJnske Brunia, overleden.
De vader der bruid heeft zijne toestemming tot dit huwelijk verleend voor den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Monster.
Daar geene beletselen tegen de voltrekking van dit huwelijk te mijner kennis zijnde gebracht, en de afkondiging alhier en in de gemeente Westdongeradeel op zaterdag zeven en twintig augustus laatstleden zonder stuiting is afgeloopen, heb ik de comparanten in het openbaar afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouw de plichten zullen vervullen, die door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden. Nadat deze vragen door beiden toestemmend beantwoord zijn, is door mij in naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Wallerius Johannes Visser, oud zeven en dertig jaren, gasfitter, wonende te Hillegom, broeder van den bruidegom, en Jan Dikmans, oud dertig jaren, boekhouder, wonende te Leeuwarden, zwager van den bruidegom.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Akte 19 |
Wal's Genealogie
