Tekst |
In het jaar een duizend acht honderd zeven en negentig, den drieentwintigsten dag der maand mei, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dockum, Provincie Friesland, gecompareerd:
Johannes Hermanus Dijkstra oud een en dertig jaren, geboren te Dockum, van beroep schoenmaker, wonende aldaar, meerderjarige zoon van Fokke Dijkstra, overleden en van Anna Catharina Pogmans, winkeliersche, wonende te Dockum, in der tijd echtelieden en
Barbara Magdalena Beckers, oud een en twintig jaren, geboren te Dockum, zonder beroep, wonende aldaar, minderjarige docher van Engelbertus Beckers, werkman en van Anna Cornelia Kienstra, zonder beroep, echtelieden, wonende te Dockum
welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen op zondagen den negenden en zestienden mei dezes jaars binnen deze gemeente zonder stuiting hebben plaats gehad.
En hebben de comparanten tot dan einde aan ons overgelegd
hunne geboorteakten
Voorts hebben de ouders der bruid hierbij tegenwoordig aan ons verklaard in dit huwelijk toe te stemmen.
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden;- waarop door ieder afzonderlijk een toestennemd antwoord zijn de gegeven, hebben wij in naam der wet verklaard, dat
Johannes Hermanus Dijkstra en Barbara Magdalena Beckers bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van Jacob Mellema, oud acht en zestig jaren, Commies ter secretarie, Gerrit van der Ven, oud vijf en veertig jaren, stadsbode, Dirk Westra, oud vijf en dertig jaren, politiebediende en Wijthe van der Pas, oud zeven en twintig jaren, politiebediende, allen wonende te Dockum en geene bloed- of aanverwanten van de echtgenooten.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door ons, de verschijnende partijen en de getuigen is geteekend.
Akte 12 |