| Tekst |
Heden den vijfden september negentienhonderd zeven en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Groningen verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Gerrit Johannes Jorritsma, geboren te Leeuwarden, oud zeven en twintig jaren, kantoorbediende, wonende te Groningen, meerderjarige zoon van Jan Jorritsma, overleden en van Janke van der Wal, oud vier en zestig jaren, zonder beroep, wonende te Leeuwarden, en
Cornelia Anna Margaretha Dijkstra, geboren te Dockum, wonende te Groningen, meerderjarige dochter van Johannes Hermanus Dijkstra, oud een en zestig jaren, schoenmaker, en van Barbara Magdalena Beckers, oud een en vijftig jaren, zonder beroep, beidenwonende te Groningen, zijnde hierbij mede verschenen de moeder van den bruidegom en de ouders der bruid die hunne toestemming tot de voltrekking van dit huwelijk geven.
De afkondiging betreffende dit huwelijk heeft zonder stuiting plaats gehad alhier.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander verbonden zijn.
Als getuigen waren tegenwoordig: Tjeert Jorritsma, oud drie en dertig jaren, kantoorbediende, broeder van den echtgenoot wonende te Rotterdam en Fokke Engelbertus Dijkstra, oud negen en twintig jaren, kelner, broeder der echtgenoote, wonende te Groningen
Waarvan akte, welke is voorgelezen.
Akte 574 |
Wal's Genealogie
