Tekst |
In het jaar Een duizend acht honderd negen en vijftig, den vijfden dag der maand Maart is voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dokkum,
Provincie Friesland, gecompareerd: Walle Visser, oud negen en twintig jaren, Koopman, gedomiliceerd te Dockum.
Welke ons verklaarde dat op den vierden dezer maand des avonds ten half zes ure te Dokkum in zijn schip, een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren uit Catharina Overmeer, oud vijf en twintig jaren, zonder beroep, mede te Dokkum gedomiliceerd, zijne echtgenoote, aan welk kind hij verklaarde de voornamen te geven van Elisabeth Maria Christina.
De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Harmannus Visser, oud vier en veertig jaren, Koopman, en Wibertus Antonius Visser, oud drie en dertig jaren, Koopman,
beide gedomiliceerd te Dokkum. Waarvan wij deze Acte hebben opgemaakt, welke, nadat dezelve was voorgelezen door ons en den Comparant benevens de getuigen is onderteekend.
Akte 36 |