Tekst |
In het jaar duizend achthonderd en negen en dertig, den twee en twintigsten der maand September zijn voor ons Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Groningen, in het huis dezer Gemeente verschenen Gerhardus Harmens Visser geboren te Balk, Grietenij Gaasterland, oud drie en twintig jaren, van beroep Koopman, wonende te Dockum, meerderjarige zoon van Harmen Visser, van beroep wafelbakker, en van Elisabeth Thimans, zonder beroep, wonende te Dockum, thans hier tegenwoordig en hunne toestemming tot de voltrekking van dit huwelijk gevende, als bruidegom ter eene: en Maria Catharina Siersema, geboren te Groningen, oud drie en twintig jaren, zonder beroep, wonende te Groningen, meerderjarige dochter van wijlen Georgius Siersema, in leven van beroep Schoenmaker, en van Louisa Riks, zonder beroep wonende alhier, thans mede hier tegenwoordig, en hare toestemming tot de voltrekking van dit huwelijk gevende, als bruid ter andere zijde:
Welke ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk overtegaan, en daartoe aan ons ter hand stellende: 1e.de akte van geboorte van den bruidegom, waaruit blijkt dat hij is geboren den negentienden Maart achttienhonderd en zestien te Balk, Grietenij Gaasterland; 2e.de akte van geboorte van de Bruid, waaruit blijkt dat zij is geboren den zeventienden Februarij achttienhonderd en zestien te Groningen; 3e.Uittreksel uit het Register der Akten van Overledenen te Groningen waaruit blijkt, dat Bruids Vader aldaar op den zes en twintigsten Januarij achttienhonderd drie en dertig is overleden; 4e.Certificaat van den Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dockum dat de Huwelijksafkondigingen hebben plaatsgehad zonder dat daartegen eenige stuiting is geschied; 5e.Uittreksel uit het Register de Huwelijksafkondigingen alhier dewelke zonder stuiting zijn afgeloopen.
Waarna de aanstaande Echtgenooten, elk afzonderlijk, aan ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand hebben verklaard, dat zij elkander aannemen als Echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, zoo hebben wij Ambtenaar voornoemd, in naam der Wet verklaard, dat
Gerhardus Harmens Visser en Maria Catharina Siersema, bovengenoemd, door den Echt aan elkander verbonden zijn.
Voorts hebben wij de aan ons ter hand gestelde stukken gehecht aan het eene dubbel van dit huwelijksregister, en daarvan dadelijk deze akte opgemaakt, en in de beide dubbelen van het huwelijksregister dezer Gemeente ingeschreven.
Gedaan in tegenwoordigheid van: 1e. Johannes Harmens Visser, oud zeven entwintig jaren; 2e. Hermannus Harmens Visser, oud vijfentwintig jaren, beide van beroep Kooplieden,
broeders van den Bruidegom, wonende te Dockum; 3e. Petrus Siersema, oud zesentwintig jaren, van beroep Koopman, broeder van de Echtgenote; en 4e. Cornelis Johannes Lakenberg, oud veertig jaren, van beroep knoopmaker, geen bloed-of aanverwant van de Echtgenoten, beide wonende te Groningen als hiertoe door de belanghebbenden verzochte getuigen.
En is deze akte na gedane voorlezing door de Echtgenooten, Moeder van de Echtgenote, en de getuigen nevens ons geteekend, op dag, maand, en jaar als boven.
Pagina 23 |