Tekst |
Heden den twaalfden mei achttien honderd acht en negentig, verscheen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente RILLAND-BATH, provincie Zeeland, in het openbaar binnen het gemeentehuis
Jacobus Johannes Kalle, oud vijf en twintig jaren, geboren te Rilland, van beroep arbeider, wonende te Rilland-Bath, ongehuwde meerderjarige zoon van Leo Kalle, dijkbaas en van Catharina Jacoba Henssen, zonder beroep, beiden wonende te Rilland-Bath ter eene;
en Paulina Tieleman, oud negen en twintig jaren, geboren te Fort Bath, van beroep koopvrouw, wonende te Rilland-Bath, ongehuwde meerderjarige dochter van Jan Francies Tieleman, overleden en van Cornelia Maas, winkelierster te Rilland-Bath ter andere zijde;
welke mij verzocht hebben, tot voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan.
Vervolgens door mij gelet zijnde
Vooreerst. Op de door ieder der aanstaande echtgenooten overgelegde extracten uit hunnen geboorteakten.
Ten Tweede. Op het door de aanstaande echtgenoote overgelegde extract stavende het overlijden van haren vader.
Ten Derde. Op de mondelinge verklaring van de ouders van den aanstaande echtgenoot en op die van de moeder der aanstaande echtgenoote, dat zij tot de voltrekking van dit huwelijk hunnen toestemming geven.
Ten Vierde. Op de bewijzen der gedane afkondigingen van het voorgenomen huwelijk in deze gemeente op zondagen den vier en twintigsten april en den eersten mei jongstleden, zonder dat daar tegen stuiting is beteekend.
Ten Vijfde. Op het bewijs, dat de aanstaande echtgenoot tot heden aan de wet op de nationale militie heeft voldaan, benevens op het bewijs van toestemming tot het aangaan van een huwelijk afgegeven door den Commanderenden Officier van het korps waarbij de aanstaande echtgenoot is dienende.
al welke stukken mij zijn ter hand gesteld, om gehecht te worden aan het dubbel van het huwelijksregister, dat bestemd is om ter griffie der Arrondissements-rechtbank te worden overgebracht.
Voldoende aan hun verzoek, en nadat de aanstaande echtgenooten elk afzonderlijk aan mij, in tegenwoordigheid der na te melden getuigen hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk al de plichten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verknocht, is door mij in naam der wet verklaard, dat Jacobus Johannes Kalle en Paulina Tieleman door den echt aan elkander zijn verbonden.
Waarvan dadelijk deze akte is opgemaakt en ingeschreven alles in tegenwoordigheid van Hendrikus Kalle oud zeven en twintig jaren, arbeider, broeder van den man. Gerardus Polderman, oud vijf en twintig jaren, arbeider, neef van de vrouw, beiden wonende te Rilland-Bath, Antonius Laurentius van Loon, oud vijf en twintig jaren, meelhandelaar te Hansweert, neef van den man en Jacob Quirinus Cornelis Wabeke, oud zeven en dertig jaren, geen bloed of aanverwant van partijen, wonende te Rilland-Bath als getuigen daartoe gekozen.
En is deze akte onmiddellijk na gedane voorlezing door den man, de vader van den man, de getuigen en mij onderteekend terwijl de vrouw en de beide moeders der echtgenooten na voorlezing hebben verklaard uit hoofde van ongeleerdheid niet te kunnen schrijven.
Akte 4 |