Tekst |
Heden den Eersten van de maand Augustus des jaars een duizend acht honderd twee en zeventig, verscheen voor mij, Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Fort Bath provincie Zeeland,
Cornelis Polderman, oud dertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Fort Bath, dewelke mij heeft verklaard, dat op den Eersten der maand Augustus des jaars achttien honderd twee en zeventig, des morgens te tien ure, binnen deze gemeente, in het huis wijk , nummer , is geboren een kind van de mannelijke kunne, van hem aangever en van Anna Catharina van de Velde, van beroep arbeidster wonende in deze gemeente zijne huisvrouw en aan welk kind hij verklaart te geven de voornaam van Gerard
welke aangifte en verklaring zijn geschied in bijwezen van Christiaan Kok oud twee en vijftig jaren, van beroep vrachtrijder, wonende te Fort Bath, en Levinus van Baalen, oud drie en vijftig jaren, van beroep winkelier, wonende te Fort Bath, als getuigen daartoe door den aangever gekozen.
En is hiervan aanstonds opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 12 |