Tekst |
Heden den zestienden van de maand februari des jaars een duizend acht honderd vijf en zeventig, verscheen voor mij Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Rilland, Provincie Zeeland, Leo Kalle oud een en dertig jaren, van beroep onderbaas wonende te Rilland, dewelke mij heeft verklaard, dat op den vijftienden van de maand februari des jaars achttien honderd vijf en zeventig, des avonds te negen ure, binnen deze gemeente, in het huis wijk 6 nommer een en twintig, is geboren een kind de vrouwelijke kunne, van hem aangever en van Catharina Jacoba Henssen, van beroep particuliere, wonende in deze gemeente, zijne huisvrouw, en aan welk kind hij verklaart te geven de voornamen van Magdalena Levina welke aangifte en verklaring zijn geschied in bijwezen van Pieter Wensch, oud zeven en vijftig jaren, van beroep onderwijzer, wonende te Rilland, en van Jan Elenbaas oud negen en veertig jaren, van beroep broodbakker wonende te Rilland, als getuigen daartoe door den aangever gekozen.
En is hiervan aanstonds opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 10 |