Tekst |
Heden den drie en twintigsten van de maand Mei des jaars een duizend acht honderd zeventig, verscheen voor mij Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente Rilland, provincie Zeeland, Leo Kalle. oud zes en twintig jaren, van beroep dijkwerker wonende te Rilland, dewelke mij heeft verklaard, dat op den drie en twintigsten van de maand Mei des jaars achttien honderd zeventig, des namiddags te half twee ure, binnen deze gemeente, in het huis wijk 6 nommer een en twintig, is geboren een kind van de mannelijke kunne, van hem aangever en van Catharina Jacoba Henssen, van beroep arbeidster, wonende in deze gemeente, zijne huisvrouw, en aan welk kind hij verklaart te geven de voormaam van Hendricus
welke aangifte en verklaring zijn geschied in bijwezen van Pieter Wensch, oud drie en vijftig jaren, van beroep onderwijzer wonende te Rilland, en van Cornelis Hirdes, oud drie en dertig jaren, broodbakker wonende te Rilland, als getuigen door den aangever gekozen.
En is hiervan opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 15 |