| Tekst |
Den zeven en twintigsten November negentien honderd twee, verscheen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Rilland-Bath, provincie Zeeland, in het openbaar in het gemeentehuis
Charles Augustinus Kalle oud zes en twintig jaren, geboren te Rilland, van beroep letterzetter, wonende te Rilland-Bath, ongehuwde meerderjarige zoon van Leo Kalle, van beroep dijkbaas en van Catharina Jacoba Henssen, zonder beroep, beiden wonende te Rilland-Bath, ter ene
en Elizabeth Maria Hense oud drie en twintig jaren, geboren te Rilland-Bath, van beroep zonder, wonende te Rilland-Bath, omgehuwde meerderjarige dochter van Jacobus Hense, van beroep timmerman en van Catharina Verweij, zonder beroep, beide wonende te Rilland-Bath ter andere zijde;
welke mij verzocht hebben, tot voltrekking van hun huwelijk over te gaan.
Vervolgens door mij gelet zijnde
Vooreerst. Op de door ieder der aanstaande echtgenooten overgelegde extracten uit hunne geboorteakten,
Ten tweede. Op de monderlinge verklaring van de ouders van de aanstaande echtgenooten, dat zijn tot de voltrekking van dit huwelijk hunne toestemming geven,
Ten derde. Op de bewijzen der gedane afkondigingen van het voorgenomen huwelijk in deze gemeente op zondagen den negenden en den zestienden november jongstleden, zonder dan daartegen stuiting is beteekend,
Ten vierde. Op het bewijs, dat de aanstaande echtgenoot aan de wet op de nationale militie heeft voldaan.
al deze stukken zijn mij ter hand gesteld, om gehecht te worden aan het dubbel van het huwelijksregister, dat bestemd is om ter Griffie der Arrondissements-Rechtbank te worden overgebracht.
Voldoende aan hun verzoek, en nadat de aanstaande echtgenooten elk afzonderlijk aan mij, in tegenwoordigheid van de na te melden getuigen hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de plichten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verknocht, is door mij in naam der wet verklaard dat Charles Augustinus Kalle en Elizabeth Maria Hense door den echt aan elkander zijn verbonden.
Waarvan dadelijk deze akte is opgemaakt en is ingeschreven alles in tegenwoordigheid van Cornelis Johannes Havermans, oud drie en twintig jaren, metselaar te Bergen op Zoom, Jacobus Crijnen, oud zes en twintig jaren, spoorwegwerker, Jacob Pieter Jansen Verplancke, oud zeven en vijftig jaren, gemeenteveldwachter en Jacob Quirinus Cornelis Wabeke, oud een en veertig jaren, gemeentesecretaris, de drie laatstgenoemden wonende te Rilland-Bath en geen van vieren bloed- of aanverwant van partijen als getuigen daartoe gekozen.
En is deze akte onmiddellijk na gedane voorlezing door de echtgenooten, de vaders van de echtgenooten, de getuigen en mij onderteekend, terwijl de moeders der echtgenooten na voorlezing hebben verklaard uit hoofde van ongeleerdheid niet te kunnen schrijven.
Akte 17 |
Wal's Genealogie
