Tekst |
Heden de vijftienden van de maand september des jaars een duizend acht honderd zeven en tachtig, verscheen voor mij Wthouder, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Rilland Bath, provincie Zeeland,
Leo Kalle, oud vierenveertig jaren, van beroep onderbaas, wonende te Rilland Bath, welke mij heeft verklaard, dat op den veertienden van de maand september des jaars achttien honderd zeven en tachtig, des avonds te half negen ure, binnen deze gemeente, in wijk C nommer vijfentwintig, is geboren een kind van de mannelijke kunne, van hem aangever en van zijne huisvrouw Catharina Jacoba Henssen, van beroep arbeidster, mede wonende in deze gemeente
aan welk kind hij verklaart te geven de voornamen van Paulus Alexander
welke aangifte en verklaring is geschied in bijwezen van Hendrikus Johannes Augustijn, oud twee en dertig jaren, van beroep secretaris van en, wonende te Rilland Bath, en van Jacob Pieter Jansen Verplancke, oud twee en veertig jaren, van beroep veldwachter wonende te Rilland Bath.
En is hiervan aanstonds opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 37 |