Tekst |
Heden den tweeden van de maand Maart des jaars een duizend acht honderd een en negentig, verscheen voor mij Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Rilland Bath, provincie Zeeland
Leo Kalle, oud zeven en veertig jaren, van beroep onderbaas, wonende te Rilland Bath, welke mij heeft verklaard, dat op den eersten van de maand maart des jaars achttien honderd een en negentig, des namiddags te vijf ure, binnen deze gemeente, in het huis wijk C, nommer twee en veertig, is geboren een kind van de vrouwelijke kunne van hem aangever en van zijne huisvrouw Catharina Jacoba Henssen, zonder beroep, mede wonende in deze gemeente
aan welk kind hij verklaart te geven de voornamen van Johanna Christina
welke aangifte en verklaring is geschied in bijwezen van Hendrikus Johannes Augustijn, oud vijf en derig jaren, van beroep secretaris van en, wonende te Rilland Bath, en van Jacob Pieter Jansen Verplancke, oud vijf en veertig jaren, van beroep veldwachter, wonende te Rilland Bath, als getuigen daartoe door den aangever gekozen.
En is hiervan aanstonds opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 17 |