Tekst |
Heden den dertigsten van de maand november des jaars een duizend acht honderd drie en zestig, verscheen voor mij ..., ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Hengstdijk, provincie Zeeland, Josephus van Wesemael, oud een en dertig jaren, van beroep landbouer, wonende te Hengstdijk, dewelke mij heeft verklaard, dat op den negen en twintigsten van de maand november des jaars achttien honderd drie en zestig, des morgens te tien ure, binnen deze gemeente, in het huis wijk B nommer negen en vijftig, is geboren een kind van de mannelijke kunne, van hem aangever, en van Cornelia de Nijs te Hengstbrug woonachtig, zijne huisvrouw
aan welk kind hij verklaart te geven de voornamen van Eduardus Josephus
welke aangifte en verklaring zijn geschied in bijwezen van Jacob Jansen Verplancke, oud zes en veertig jaren, van beroep veldwachter, wonende te Hengstdijk, en van Pieter Hermans, oud zestig jaren, van beroep wagenmaker, wonende te Hengstdijk, als getuigen daartoe door den aangever gekozen.
En is daarvan aanstonds opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing aan den aangever en de getuigen, door hen en mij is geteekend.
Akte 39 |