Tekst |
In het jaar achttienhonderd acht en zeventig, den een en twintigsten junij, ten zes uren des namiddags voor ons Carolus Ludovicus van Haelst, schepenen gedelegeerden ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Kieldrecht, door redens van ziekte des Heer Burgermeester, zijn verschenen: Mathildus Augustinus Verstraeten, geboren te Kieldrecht den veertienden Maart achttien honderd drij en vijftig, timmerman, woonachtig te Clinge (Zeeland) meerderjarige zoon van wijlen Joannes Baptista Verstraeten, overleden te Clinge voornoemd den een en twintigsten Mei achttien honderd drie en zestig en van Louisa Schnitzler, oud vier en vijftig jaren herbergierster, gehuisvest te Clinge Zeeland, hier tegenwoordig en toestemmende en Victoria Melsen, alhier geboren den achttienden November achttien honderd drie en vijftig, werkvrouw, alhier woonachtig, meerderjarige dochter van Josephus Ferdinandus Melsen, oud vijf en vijfitg jaren en van Vierginia Vermorcken, oud zeven en vijftig jaren, herbergiers alhier woonachtig, toestemmende bij akte in dato achttienden junij jongstleden voor den Notaris de heer Georg Goossens te Ballo residerende, behoorlijk geregistreerd te Beveren, en welke akt zij heeft overgelegd, van alle welke geboortens en overlijdens bewijzen zijn ingevolge de uittreksels burgerstand hier bij gevoegd behoorlijk geparapheerd, welke komparanten ons hebben aanzocht over te gaan tot de voltrekking van het huwelijk onder hen beraamd en waar van de afkondigingen en aanplakkingen reeds zijn gedaan voor den voornaamsten ingang van ons Gemeentehuis, de eerst den veertienden en de tweede den een en twintigsten der maand april achttien honderd acht en zeventig, alsmede binnen de gemeente Clinge (zeeland) op de zelve dagen als voorzeid, ingevolge het hier nevens vertoonde bewijs is geen tegenspraak tegen dit huwelijk ons beteekend zijnde recht doende op hun verzoek, hebben wij na voorlezing van alle de stukken hierboven gemeld, alsmede van het attest door de heer Gouverneur dezer provincie aan den bruidegom uitgereikt, waar uit blijkt dat hij aan zijn verplichtingen ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft, voorts van het zesde hoofdstuk van den vijfde titel van het burgerlijk wetboek getiteld van het huwelijk aan den bruidegom en de bruid gebvraagd of zij elkander voornemens zijn te nemen voor man en vrouw, elk van hun beurtelings geantwoord hebbende met Ja, verklaren wij, in naam der wet dat Mathildus Augustinus Verstraeten en Victoria Melsen, door den huwelijksband verenigd zijn, welk huwelijk openbaarlijk is voltrokken in ons Gemeentehuis, waarvan wij den tegenwoordigen akt onmiddellijk hebben opgesteld in tegenwoordigheid in het bijzijn en bij het uitspreken der vereniging van het huwelijk van Fredericus de Potter, oud acht en twintig jaren, schrijver, Alouijsius Verbeek, oud vijf en dertig jaren, winkelier, Joseph Panis, oud zes en dertig jaren en augustus Panis, oud vijf en twintig jaren, beiden hoefsmids alle gene familie der komparanten, alhier gehuisvest, getuigen tot dies door de komparanten aangezocht, de moeder des bruidegoms heeft verklaard bij onkunde niet te kunnen naamtekenen en de beide komparanten met de getuigen hebben deze act na voorlezing met ons geteekend.
Akte 14 |