Tekst |
Op heden den dertigsten september des jaars negentienhonderd negentien, verschenen voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Zwolle, in het openbaar in het gemeentehuis;
Wilhelmus Bernardus Grondhuis, geboren te Wijhe, oud veertig jaren, meubelmaker, wonende te Zwolle, meerderjarige zoon van Johannes Willem Grondhuis, en van Jaantje Trooster, beiden zonder beroep, wonende te zwolle; en
Hendrika Margaretha Maria Elfrink, geboren te Alkmaar, oud zes en dertig jaren, zonder beroep, wonende te Zwolle, meerderjarige dochter van Johannes Elfrink, overleden en van Johanna Margrita Spitman, zonder beroep, wonende te Zwolle
die mij verzochten, om tot voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de afkondiging is gedaan aan het gemeentehuis alhier op zaterdan den zesden september van dit jaar.
Geene stuiting van dit huwelijk bij mij bekend zijnde, zoo heb ik, nadat de comparanten hadden verklaard dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, in naam der wet verklaard, dat
Wilhelmus Bernardus Grondhuis en Hendrika Margaretha Maria Elfrink door het huwelijk zijn vereenigd.
Waarvan ik deze akte heb opgemaakt in tegenwoordigheid van: Gerardus Hendricus Sophinus Elfrink, oud negen en dertig jaren, banketbakker, broeder van de comparante, en Gerhardus Josephus Grondhuis, oud een en dertig jaren, meubelmaker, broeder van den comparant, beiden wonende te Zwolle als getuigen die deze akte, na voorlezing en de comparanten hebben geteekend
Akte 221 |