Tekst |
In het jaar Een duizend acht honderd negen en zestig, den achtsten dag der maand September zijn voor ons ondergetekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Menaldumadeel, Provincie Friesland, verschenen:
Hermann Ahrens, oud drie en twintig jaren, geboren te Menaldum, timmerknecht, wonende te Dronrijp, meerderjarige zoon van Herman Ahrens, timmerman, wonende te Dronrijp, hierbij tegenwoordig, tot het voorgenomen huwelijk zijne toestemming gevende, en Antje Hijltjes Kortrijk, overleden, en
Helena Sophia Vinken, oud twee en dertig jaren, geboren te Leeuwarden, winkeliersche, wonende te Dronrijp, meerderjarige dochter van Conradus Vinken, rentenier, en Wilhelmina Pietersen, echtelieden wonende te Dronrijp.
die ons verzocht hebben, het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen alhier zonder stuiting hebben plaats gehad op Zondagen den negenentwintigsten Augustus en vijfden September laatstleden.
En hebben de Comparanten aan ons overgelegd: hunnen geboorteacten, doodacte van der bruidengoms moeder en certificaat van voldoening aan de militie door den bruidegom.
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getroudelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den Huwelijken staat verbonden zijn; waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der wet verklaard, dat Hermann Ahrens en Helena Sophie Vinken voornoemd door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan acte, opgemaakt in tegenwoordigheid van Dirk Stellingwerf, oud drie en vjftig jaren, klerk, Ids van der Ploeg, oud veertig jaren, klerk, Christiaan Michiel de Vries, oud vier en zestig jaren, politiebode, en Meester Augustinus Goztius van Dalsen Fontein, oud zeven en vijftig jaren, Secretaris van Menaldumadeel, de drie eersten te Menaldum en de laatste te Dronrijp woonachtig, allen aan de gehuwden vreemd. Welke getuigen deze acte, na voorlezing, nevens de gehuwden, de bruidegoms vader en ons onderteekend hebben.
Akte 69 |