Tekst |
Op heden den vijfden mei achttien honderd negen en zestig, zijn voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Rotterdam, in het huis der Gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan:
Jacob Daniels oud tweeendertig jaren, ketelmaker, geboren te Gouda wonende alhier, meerderjarige zoon van Hendrik Daniels, overleden en van Johanna van den Wittenboer, zonder beroep wonende te Gouda
en
Maria Hendrika Balk oud zevenentwintig jaren, dienstbode geboren te Rijsenburg, wonende alhier meerderjarige dochter van Daniel Balk, tuinier en van Hermina Bronkhorst, zonder beroep, wonende beide te Rijsenburg.
En is door hen hierbij overgelegd hunne geboorteakten
De ouders der bruid, hierbij tegenwoordig hebben verklaard in dit huwelijk toe te stemmen.
En vermits de openbare afkondigingen van dit Huwelijk door mij gedaan den vijfentwintigsten .... en tweeden dezes maand onverhinderd zijn afgelopen, nadat partijen hadden verklaard elkander een te nemen tot Echtgenooten en de pligten aan den Huwelijken Staat verbonden, getrouwelijk te zullen vervullen, heb ik in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden: in tegenwoordigheid van Hendrik Cornelis van den Graaf oud eenenvijftig jaren, stadsbode, Pieter .... oud vierenvijftig jaren, Pieter Nicolaas Henson oud vijftig jaren, beide stads serganten, en Aart de Lange oud achtenzeventig jaren, zonder beroep, wonende allen in deze gemeente.
En heb ik hiervan opgemaakt deze akte, die na gedane voorlezing door mij Ambtenaar is geteekend nevens de partijen, de ouders der bruid en de getuigen hebbende de moeder der bruid verklaard zulks niet te hebben geleerd.
Akte 287 |