| Tekst |
Huwelijk van Cornelis Berg, weduwnaar van Neeltje Leite met Dirkje van Rijt.
In het jaar een duizend acht honderd en vijftien, op den achtsten dag der maand januarij zijn voor ons Johannes Petrus Pompe van Meerdervoort, President van het plaatstelijk bestuur, ambtenaar van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Voorschoten, Kanton Katwijk, District 's-Gravenhage, provincie van Zuid Holland gecompareerd Cornelis Berg op den vijfentwintigsten dag der maand julij des jaars een duizend zeven honderd acht en zeventig in de Gemeente van den Leidschendam, Provincie van Zuid Holland gedoopt, blijkens het extract daarvan op den twaalfden dag den maand December van den jaare een duizend achthonderd en veertien afgegeven, Weduwnaar van Neeltje Leite op den zestienden dag der maand December van den jaare eenduizend acht honderd en dertien in de Gemeente van Voorschoten overleden blijkens het register der Overledenen onder ons president berustende, bouwman van beroep wonende in de Gemeente van Voorschoten, meerderjarige zoon van Klaas Berg, bouwman van beroep, hierbij tegenwoordig en zijn toestemming gevende, en van Lena van Velsen echtelieden, wonende in de gemeente van Soeterwoude - en Dirkje van Rijt op den een en twintigsten dag der maand julij van den jaare een duizend zeven honderd vier en tachtig in de Gemeente van Hazerswoude, Provincie van Zuid Holland gedoopt, blijkens het extract daarvan op den veertienden dag der maand December van den jaare een duizend acht honderd en veertien afgegeven, dienstmaagd, wonende in de Gemeente van Voorschoten, meerderjarige dochter van Pieter van Rijt en van Marijtje Ruigrok, beiden overleden in de Gemeente van Alkemade, District Leijden, volgens de extracten daarvan op den zestienden December van den Jaare een duizend achthonderd en veertien afgegeven, zijnde haar grootouders van 's vaders zijde, Jan van Rijt, en Catje Suijkers, overleden in de Gemeente van Soeterwoude, volgens de extracten aldaar op den zestienden dag der maand December van den jaare een duizend acht honderd en veertien afgegeven, en van 's Moeders zijde Jacobus Ruijgrok en Pieterneeltje van Velsen overleden in de Gemeente van Hazerswoude, volgens de extracten aldaar op den veertienden dag der maand December van den jaare een duizend acht honderd en veertien afgegeven.
Welke ons verzogt hebben het door hun voorgenomen Huwelijk te voltrekken waarvan de afkondigingen voor de hoofddeur van ons huis der Gemeente, en in de Gemeente van Soeterwoude zijn geschied namelijk den eerste op den vijf en twintigsten dag der maand december van den jaare een duizend acht honderd en veertien en de tweede op den eersten dag der maand januarij van den jaare een duizend acht honderd en vijftien, blijkens het extract daarvan op den tweeden dag der maand januarij van den jaare eenduizend acht honderd en vijftien te Soeterwoude afgegeven.
Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ten onzen kennis zijnde gebragt hebben wij aan hun verzoek voldoende, na voorlezing van de voorgeschreven stukken, alsmede van de Regten en Pligen van de Echtgenoten tot elkander, hun afgevraagd of zij elkander wederkerig tot man en vrouw wilden aannemen, Waarna door elk derzelven in het afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, verklaren wij in naam der Wet dat Cornelis Berg en Dirkje van Rijt door het huwelijk verbonden zijn, van hetwelk wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Klaas Berg, oud acht en zestig jaren, bouwman van beroep, vader van den contractant, Jan Berg, oud negen en twintig jaren, bouwman van beroep, broeder van den contractant, wonende beiden in de Gemeente van Soeterwoude, en van Jan van Rijt, oud acht en dertig jaren, bouwman van beroep, broeder van de contractante, wonende in de Gemeente van Alkemade, en Nicolaas Immerseel, oud zes en zestig jaren, bouwman van beroep, goede bekende van de contractanten, wonende in de Gemeente van Voorschoten.
Welke deze acte nadat hun dezelve was voorgelezen nevens ons en den contractanten hebben ondertekend, terwijl de contractante Dirkje van Rijt en de vierde getuige dezen acte Nicolaas Immerseel ons verklaard hebben niet te kunnen schrijven.
Akte 4 |
Wal's Genealogie
