Tekst |
In het jaar een duizend acht honderd en zestig, den zesentwintigsten der maand april zijn voor ons benoemd ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oegstgeest, Provincie Zuid-Holland, Arrondissement Leyden, in het Huis der Gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Gerrardus Bruijstens, laatst weduwnaar van Johanna Berk, oud een en veertig jaren, van beroep arbeider, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Thomas Bruijstens en van Gerardina Meeuwis, beiden overleden - en -
Cornelia Berg, jonge dochter, oud zeven en dertig jaren, van beroep dienstbode, wonende te Warmond, geboren te Voorschoten, meerderjarige dochter van Cornelis Berg en van Dirkje van Rijt, beiden overleden.
Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis gebragt zijnde, waarvan de afkondigingen voor de deur van het Gemeentehuis alhier zijn geschied, namelijk:
de eerste op Zondag den vijftienden April en de tweede op Zondag den tweeentwintigsten april beide van het jaar achttien honderd en zestig, hebben de comparanten aan ons overgelegd:
Vooreerst beider geboorteacten, ten tweede de overlijdensacte van de vorige echtgenoot der bruidegom en ten derde het bewijs dat de beide huwelijksafkondigingen te Warmond zonder stuiting hebben plaats gehad.
En de Comparanten in het openbaar afgevraagd hebbende, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen toestemmend beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden.
Waarvan wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van
Gillis van den Ameele, oud vijftig jaren, van beroep bode,
Jan Gieliam, oud twee en vijftig jaren, van beroep veldwachter,
Jacobus van der Velde, oud zes en veertig jaren, van beroep kledermaker, en
Johannes Kemming, oud zes en vijfttg jaren, van beroep arbeider, zwagers des bruidegoms, wonende allen alhier.
En is na gedane voorlezing door de beide comparanten en de vier getuigen met ons onderteekend.
Akte 3 |