Tekst |
Wilhelmus Adrianus Bronswijk, oud twee en twintig jaren bakker geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Johannes Bronswijk bakker en van Martina Droog, zonder beroep, beiden wonende te Monster.
en
Alida Grimbergen, oud twee en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Rhijnsburg, minderjarige dochter van Hendrik Grimbergen en van Elizabeth van Schie beiden overleden.
En hebben zij tot dat einde aan Ons voorgelegd, vooreerst des bruidegoms bewijs van voldoening aan de Nationale Militie, ten tweede hunne geboorteacten, ten derde overlijdensacten van de ouders en grootouders der bruid en ten vierde het bewijs waaruit blijkt dat de beide afkondigingen van dit huwelijk te Rhijnsburg hebben plaats gehad en zonder zonder stuiting zijn afgelopen op zondagen den zestienden en drie en twintigsten dezer maand, welke op die zondagen ook hier hebben plaats gehad en zonder stuiting zijn afgelopen blijkens het register.
En zijn ten deze mede voor ons verschenen de ouders van den bruidegom en Theodorus van Schie, bouwman en Matthijs Grimbergen, smid, beiden wonende te Rhijnsburg, in hunne hoedanigheid van voogd en toeziend voogd der bruid, die verklaarden hunne toestemming te geven tot het aangaan van dit huwelijk.
Waarna Wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met ja beantwoord zijnde, hebben Wij, in naam der Wet, uitspraak gedaan: dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Petrus Paulus Witkamp, oud dertig jaren, timmerman, zwager van den man;
Johannes Evers, oud vijf en vijftig jaren, onderwijzen, oom der vrouw,
Cornelis van Spronsen, oud vier en zestig jaren, tuinier en Ferdinand Frederik Deethoorn Geerling oud een en veertig jaren gemeentebode allen wonende te Monster.
En is hiervan door Ons opgemaakt deze akte, welke, na voorlezing, is onderteekend door Ons, den man, de vrouw, de ouders van de man, de voogden der vrouw en de getuigen.
Akte 21 |