Tekst |
In het jaar achttien honderd een en dertig, den zevenden junij des morgens ten tien uren, is voor ons, Jacob Cornelis Jantzon van Esffrinten (?) van Capelle, Wethouder, gedelegeerd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Dordrecht, Provincie Zuid-Holland, verschenen Wiebe Hielkes Overmeer, oud twee en dertig jaren, wafelbakker wonende te Harlingen, welke ons verklaard heeft dat zijne huisvrouw Christina Berent Pol, oud twee en dertig jaren, zonder beroep, wonende te Harlingen, alhier op den zesden junij achttien honderd een en dertig, des namiddags ten zes uren, verlost is van een kind van het vrouwelijk geslacht, hetwelk hij ons voorstelde en hetzelve de voornaam Martina gevende.
De gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Martinus Visser, oud zeven en veertig jaren, wafelbakker wonende te Harlingen en Arend Janssen oud vijftig jaren, wafelbakker wonende te Harlingen.
Na voorlezing dezer akte hebben de vader en de eerste getuige deze nevens ons onderteekend de laatste getuige niet kunnende schrijven
Akte 309 |