Tekst |
In het jaar een duizend acht honderd vijf en zestig, den elfden dag der maand Mei zijn voor ons Johannes Douwes Beintema Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Oostdongeradeel, Provincie Friesland, gecompareerd: Wouter Erich oud tweeëndertig jaren, geboren te Niawier, van beroep schoenmaker, wonende te Niawier, meerderjarige zoon van Frans Franciscus Erich, overleden en van Janke Sjabbes Dijkstra, zonder beroep, wonende te Niawier en
Barbara Clara Kienstra, oud zevenentwintig jaren, geboren te Dockum, van beroep dienstmeid, wonende te Dockum, meerderjarige dochter van Johannes Franciscus Kienstra en Catharina Kortrijk, beide overleden
welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen op Zondagen den dertigsten April en zevenden Mei dezes jaars, telkens des middags ten twaalf ure, voor de hoofddeur van het Gemeentehuis te Metslawier en op dezelfde dagen telkens des voormiddags te half twaalf ure in de Gemeente Dockum zonder stuiting hebben plaats gehad.
En hebben de comparanten tot dat einde aan ons overgelegd hunnen geboorte extracten, overlijdens extracten van de ouders der bruid, een bewijs van de onverhinderde afloop der afkondigingen van dit voorgenomen huwelijk in de Gemeente Dockum en een certificaat van voldoening aan de Nationale Militie door den bruidegom, welke stukken aan deze acte zijn geannexeerd.
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke woor de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden, waarop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der Wet verklaard, dat Wouter Erich en Barbara Clara Kienstra bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden.
Van al hetwelk wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Louw Bouma, oud eenendertig jaren, klerk, Eibe Klasens Bolt, oud zesenveertig jarn, veldwachter, Harmen Thomas van der Marfel, oud vijftig jaren, veldwachter en Nicolaas Matthijs, oud zevenendertig jaren, veldwachter, allen wonende te Metslawier, en partijen vreemd, welke deze acte, na gedane voorlezing, met de jong gehuwden nevens ons hebben geteekend.
Akte 22 |