Tekst |
In het jaar Een duizend acht honderd zevenentwintig, den negenden der maand meij des voormiddags ten tien uren, is voor ons Wethouder, officier van den Burgerlijken Stand der gemeente van Harlingen , Provincie Vriesland, gecompareerd: de heerPieter Feijtama Tjallinga, oud vijfendertig jaren, vroedmeester, wonende te Harlingen, welk ons een kind van het mannelijk geslacht heeft voorgesteld en verklaard dat Christina Pol, huisvrouw van Wijbe Hijlkes Overmeer, kramer, hebbende geen vaste woonplaats, zich thans ophoudende te Harlingen, op den agsten meij dezes jaars des namiddags om een uur is verlost van een zoon, aan welke hij verklaarde de voornaam van Matthijs te geven.
Gemelde verklaring en voorstelling is geschied in tegenwoordigheid van Albertus Rasschen, oud vijf en vijftig jaren, eerste commies en Bote Louwens Tuininga, oud zesenveertig jaren, tweede commies ter secretarie en wonende te Harlingen.
En hebben Declarant en getuigen deze acte na dat dezelve was voorgelezen met ons ondertekend.
Pagina 47 links |