Tekst |
Op heden den tienden april des jaars achttien honderd en negentien, des avonds ten agt uren, compareerde voor mij C. Fabius Schout der Gemeente Steenwijkerwold, Provincie Overijssel, waarnemende de functiƫn van Officier van den Civielen Staat, Meindert Luten Hof oud drie en dertig jaren, van beroep klompenmaker wonende te Zuidveen, geadsisteerd met twee geruigen, de eerste Klaas Egbersveen, kistmaker wonende te Zuidveen, oud agt en twintig jaren, de tweede Jan Sibben Nieuwenhuis, arbeider wonende te Zuidveen oud agt en twintig jaren, dewelke mij verklaard heeft, dat zijn huisvrouw, Maria Kranenkamp op den agtsten april ll ten .... des middags te Zuidveen is bevallen van een dogter aan dewelke de voornaam gegeven is van Romkje
Volgens deze verklaring, en ingevolge de requisitie, daartoe door mij gedaan door de vader heb ik deze akte geformeerd, welke, na gedane voorlezing, is geteekend door ons Officier van den Burgerlijken Staat en de vader en eerste getuige, hebbende detweede getuige verklaard niet te kunnen schrijven.
Akte 29 |