| Tekst |
In het jaar Een duizend acht honderd zeven en zestig, den vierentwintigsten dag der maand november zijn voor ons Ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Sneek, Provincie Friesland, gecompareerd:
Jan Postma, oud vier en twintig jaren, van beroep schippersknecht geboren te Lemmer, wonende alhier, meerderjarige zoon van Hendrik Sijtzes Postma, brugwachter en van Akke Jacobus van Kempen, zonder beroep, beide wonende te Lemmer en
Petertje Postma, oud zes en twintig jaren, dienstmeid, wonende te Sneek, meerderjarige dochter van Sikke Postma, overleden en van Geertrui Wissing, zonder beroep te Sneek woonachtig, zijnde de comparante mede te Sneek geboren.
Welke ons verzocht hebben het door hen voorgenomen huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen op Zondagen den tienden en zeventienden dezer maand alhier en in de gemeente Lemsterland zonder stuiting hebben plaats gehad.
En hebben de Comparanten tot dat einde aan ons overgelegd:
Hunne geboorteacten en de doodacte van den vader der comparante, benevens een certificaat van de onverhinderde afloop der huwelijksafkondigingen in de gemeente Lemsterland.
De in leven zijde ouders, hier tegenwoordig hebben ons verklaard, tot dit huwelijk hunne toestemming te geven.
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn; - hierop door ieder afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven, hebben wij in naam der wet veklaard dat Jan Postma en Petertje Postma bovengenoemd door den echt aan elkander zijn verbonden.
Van hetwelke wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Engelbertus Piebenga, oud vijf en zestig jaren, en Bernardus de Jongh, oud vier en vijftig jaren, beide stadsbode, Jacob Hofstra, oud twee en zestig jaren en Hendrik Gros, oud vijf en vijftig jaren, beide agenten van politie van de eerste klasse, allen wonende te Sneek, welke deze benevens ons en de comparanten na gedane voorlezing hebben ondeteekend.
Akte 80 |
Wal's Genealogie
