Tekst |
In het jaar achttien honderd en negentien, den twintigsten der maand december, des middags ten twaalf uren, is voor ons, Schout, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Lisse, gecompareerd Mattheus van der Elst, oud drie en veertig jaren, van beroep dagloner, en wonende te Lisse, in no 29, dewelke mij gepresenteerd heeft een kind van de mannelijke sexe, geboren den zeventienden december, des avonds om negen uren, van hem declarant .. van zijne huisvrouw Cornelia Romijn en waarvan hij mij gedeclareerd heeft, te willen geven, den voornaam van Klaas. De gemelde declaratie en presentatie is geschied in tegenwoordigheid van Jan van Schie van beroep bouwman, oud zeven en dertig jaren, en van Joost van Diest, van beroep dagloner oud dertig jaren, en wonende in deze gemeente. En heeft de vader en de voornoemde getuigen, nadat hun dezelve was voorgelezen, deze Acte met ons ondertekend.
Akte 49 |