| Tekst |
Heden achttien juli negentienhonderd drie en twintig, zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Katwijk, in het huis der Gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Cornelis van den Berg, oud zeven en vijftig jaren, schoenmaker, geboren en wonende te Katwijk, weduwnaar van Johanna Cornelia Halleen, meerderjarige zoon van Martinus van den Berg en Anna Lipman, beiden overleden;
Catharina Juffermans, oud één en vijftig jaren, zonder beroep, geboren te Oegstgeest en wonende te Katwijk, binnen de laatste zes maanden te Waspik, weduwe van Hendricus van Bourgondiën, meerderjarige dochter van Kasper Juffermans en Anna Berbée, beiden overleden.
Wordende overgelegd de geboorteacten van bruidegom en bruid, de overlijdensacten van de vorige echtgenooten van bruidegom en bruid, benevens het bewijs van gedane huwelijksafkondiging, zonder stuiting, te Waspik.
De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting geschied alhier en te Waspik, den dertigsten juni laatstleden.
Ik heb de aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkaar zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jacob van der Luijt, oud veertig jaren, gemeenteveldwachter wonende te Katwijk aan Zee en Willem Allon, oud twee en twintig jaren, adjunctcommies ter secretarie, wonende te Katwijk aan den Rijn, beiden geen familie van partijen.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Akte 57 |
Wal's Genealogie
