| Tekst |
Op heden den twaalfden der maand Mei Achttien honderd Vijftig, des na middags ten half een ure, zijn voor ons, Johannes Cornelis van Rosse, Burgermeester, Ambtenaar van den Burgerlijke Stand der Gemeente Lisse, in het huis der Gemeente gecompareerd, Cornelis van der Reep, jongeman, oud acht en twintig jaren, arbeider, wonende te Lisse en aldaar geboren, meerderjarige zoon van Floris van der Reep, overleden en Antje Weijers, zonder beroep, wonende te Lisse, en Maria van der Elst, jonge dochter oud zeven en twintig jaren, boerendienstmaagd, wonende te Lisse en aldaar geboren, meerderjarige dochter van Mattheus van der Elst en Cornelia Romijn, beide overleden,
en hebben de comparanten ons ter hand gesteld 1. de geboorteakte van elk hunner, 2. de overlijdensakte des vaders van de Bruidegom die met de nagemelde getuige onder ede verklaart heeft, dat de op die akte als Anna (Weijers) vermelde persoon dezelfde is welke als Antje op de geboorteakte van de Bruidegom voorkomt, 3. de overlijdensakten van de ouders van de Bruid welke met de na te melden getuigen onder ede heeft verklaard dat de in die akten vermelde Mattheus van der Elss en Cornelia Romeijn dezelfde personen aanduidden als welke op haar geboorte akte voorkomen als Mattheus van der Elst en Cornelia Romijn 4. het certificaat waaruit blijkt dat de Bruidegom van zijne verpligtingen ter zake van de Nationale Militie heeft voldaan, de moeder van de Bruidegom, hier tegenwoordig, heeft verklaard in dit huwelijk toe te stemmen
En verzochten de Comparanten het door hen voorgenomen Huwelijk te voltrekken, waarvan de vereischte afkondigingen zijn gedaan te Lisse den achtste en twintigste april en den vijfden mei dezes jaars blijken waarvan voorhanden zijnde bewijzen. Geene verhindering tegen gemeld Huwelijk ter onzer kennis gekomen zijnde, hebben wij, na den Comparanten derzelver voornaamste verplichtingen in den Echt te hebben voorgelezen, de aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander tot man en vrouw willen nemen, en getrouwelijk alle de pligten vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: waarop door ieder van hen afzonderlijk, in tegenwoordigheid van de getuigen, een toestemmend antwoord gegeven zijnde, verklaren wij, in naam der Wet, dat zij door den Echt aan elkander waren verbonden. Waarvan akte opgemaakt in tegenwoordigheid van Martinus Weijers, oud zestig jaren, wildjager, Cornelis Warmerdam, oud vier en vijftig jaren, Bouwman, Johannes Hendrikus Baak, oud twee en vijftig jaren, spoorwegwerker, en Pieter Vrijburg, oud zes en vijftig jaren, straatwegwerker, de eerstgemelde oom van den Bruidegom, de overige goede bekenden van beide partijen en allen wonende te Lisse. En is deze akte na gedane voorlezing door ons en de getuigen en den echtgenoten comparant ondertekend hebbende de tweede comparante verklaard niet te kunnen schrijven.
Akte 7 |
Wal's Genealogie
