Tekst |
Heden den vijfden van de maand Augustus des jaars een duizend acht honderd negen en zestig, verschenen voor mij Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken stand van de gemeente Rilland, provincie Zeeland, in het openbaar in het gemeentehuis, Leo Kalle, oud zes en twintig jaren, geboren te Westdorpe, van beroep dijkwerker, wonende te Rilland, van staat ongehuwd, meerderjarige zoon van Hendricus Kalle, van beroep dijkbaas, wonende te Rilland, en van Livina de Vos, overleden te Westdorpe en Catharina Jacoba Henssen, oud twintig jaren, geboren te Halsteren, van beroep particuliere, wonende te Rilland, van staat ongehuwd, minderjarige dochter van Jacobus Henssen, van beroep winkelier, en van Magdalena van Tillo, zonder beroep, beide wonende te Rilland, welke mij verzocht hebben, tot voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan. Vervolgens door mij gelet zijnde ten eerste: op de door ieder der aanstaande echtgenooten overgebrachte geboorteakte; ten tweede: op de mondelinge verklaring van den vader des aanstaanden echtgenoots en de ouders der aanstaande echtgenoote, allen hier tegenwoordig, dat zij het voltrekken van het huwelijk hunner kinderen bovenvermeld hunne toestemming geven; ten derde: op de door den aanstaanden echtgenoot overgelegde akte van overlijden zijner moeder, die hare toestemming tot dit huwelijk zou hebben moeten geven; ten vierde: op de bewijzen der gedane afkondigingen van het huwelijk tusschen de aanstaande partijen echtgenooten, gedaan in deze gemeente op Zondagen den vijfentwintigsten July en den eersten dezer maand Augustus jongstleden, zonder dat daartegen enige stuiting heeft plaats gehad; ten vijfde: op een bewijs wegens voldoening aan de nationale militie. al welke stukken mij zijn ter hand gesteld, om gehecht te worden aan het dubbel van het huwelijksregister, dat bestemd is om ter Griffie der Arrondissements-Regtbank te worden overgebragt. Voldoende aan hun verzoek, en nadat de aanstaande echtgenooten elk afzonderlijk aan mij, in tegenwoordigheid der na te melden getuigen hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zijgetrouwelijk al de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verknocht, is door mij in naam der wet verklaard, dat Leo Kalle en Catharina Jacoba Henssen door den echt aan elkander zijn verbonden. Van al hetwelk dadelijk door mij deze akte is opgemaakten in de beide dubbele van het huwelijksregister dezer gemeente ingeschreven in tegenwoordigheidvan: Gerardus Boerma, oud een en vijfig jaren, van beroep kleermaker, Josephus de Goffau, oud drie en veertig jaren, van beroep kleermaker, Jan Goeree, oud twee en veertig jaren, van beroep schoenmaker, en Adriaan Baas, oud negen en dertig jaren, van beroep arbeider, geen bloed of aanverwanten van een der partijen echtgenooten, en alle wonende te Rilland. Getuigen hiertoe verzocht en door de belanghebbenden zelven gekozen. En hebben, na gedane voorlezing de man, de vader des mans, de vader dervrouw en de getuigendeze akte met mij onderteekend; ... de vrouw en de moeder der vrouw verklaard hebben niet te kunnen schrijven, uit hoofde van zulks niet geleerd te hebben.
Aktenummer 7 |